Langedijker verhalen (2).

De bruggen van Broek op Langedijk.

Broek op Langedijk had in de 17e eeuw meer bruggen in bezit dan de bestuurders lief was. De vroede vaderen hadden in die tijd al last om het hoofd financieel boven water te houden en het onderhoud van bruggen was een kostbare zaak en een vijftal bruggen vond men een te grote weelde.* In de vroedschapsvergadering werd er ernstig over gedelibereerd en uiteindelijk vond men dan dat Broek met drie bruggen wel kon volstaan. Op het zuideinde van Broek bleef de Muldersbrug in takt. Deze naam is pas ontstaan op het moment dat Mulder molenaar was van molen D.

Verder bleef de brug bestaan die tegenwoordig de Bakkersbrug of Veilingbrug werd genoemd, maar vanaf 1687 steevast als “de breg” werd genoemd en Broek verdeelde in Noordend en Zuidend. Op de grens met Zuidscharwoude bleef de Noorderbrug in takt, later ook nog wel Broekerbrug genoemd.

De Gertjesbreg en de Piettebreg moesten echter verdwijnen. Bruggen werden vaak vernoemt naar mensen die er vlakbij in de buurt woonden. Waar deze twee bruggen precies hebben gelegen is uit de stukken niet goed te achterhalen, maar het is aannemelijk dat ze hebben gelegen op een plaats waar een brede sloot loodrecht op de Dorpsstraat heeft gestaan en mogelijk is dit geweest in de omgeving waar de Van Arkelschool later stond en de ander moet ter hoogte van de Spieringbuurt hebben gelegen en mogelijk aansluiting moet hebben gehad met de Woudsloot.

Voor het dempen van deze doorgangen had men veel grond nodig en de gemeente had in het Oosterdel een stuk rietland, dat aan het dorp behoorde dat in de volksmond “Gemeentebos” werd genoemd. Deze gronden grenzend aan het Poddedel konden worden gebruikt om de watergangen onder en naar de bruggen mee te vullen.  Door het inklinken van de gronden zal dit rietland zeker vaker zijn gebruikt om akkers op te hogen en het is daarom zeer aannemelijk dat het Oosterdel rond die periode is ontstaan. Het Oosterdel is ook minder diep dan het Poddedel dat is ontstaan doordat het water van de Troftveert uitwaterde naar de Heerhugowaard en het Poddedel door uitschuring van het stromende water zijn diepte kreeg.

Op 26 december 1687 werd aan de inwoners van Broek bekend gemaakt dat de aanbesteding tot het aanvullen van de beide bruggen had plaatsgevonden.

  • Bron: het Resolutieboek van Broek op Langedijk 1669-1816 Noord-Hollands Archief, Haarlem.

Geef een reactie