Dit gaat over het gemak waarmee lokale bestuurders vooral aardig gevonden willen worden en daarvoor gemeenschapsgeld weggooien.
Op 14 februari 2020 besloten de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk om geld te gaan steken in de redding van het cultuurlandschap Oosterdel en daar reserveerden beide gemeentes ieder € 28.000 voor. Het lijkt wel of wethouders een apart potje hebben waaruit ze ‘leuke’ dingen kunnen doen waar verder geen ambtenaar of raadslid iets over heeft te zeggen. Het kan ook zijn dat het niemand ook maar een rotzorg is wat of er met het geld van de inwoners gebeurd. Het bestuur van de Stichting Veldzorg Oosterdel is daardoor de lachende derde. Het is een club van mensen die zonder enige kennis door Staatsbosbeheer is aangesteld om het Oosterdelgebied voor hen te beheren en het enige waar dat bestuur toe in staat is, is aan deuren rammelen om fondsen binnen te halen. De stichting onder voorzitterschap van Gerrit Arkesteijn draagt dan ook niet voor niets de bijnaam “Stichting Geldzorg Oosterdel” en de voorzitter wordt inmiddels Geld Harkestein genoemd.
Sinds mei 2018, ruim tien jaar nadat de eerste rivierkreeften in het Oosterdelgebied zaten, ontdekte de stichting ze pas voor het eerst.
Twee tuinders werden door Staatsbosbeheer aangeschreven om voor hun kosten de schade van die rivierkreeftjes aan hun oevers te herstellen en Gerrit Arkesteijn herhaalde dit in een brief van november 2018 nog een keer.
Veldzorg had wel een oplossing voor het probleem dat de rivierkreeften veroorzaakten. Om het ondergraven van de oevers tegen te gaan bedachten ze dat je dat kunt oplossen door “wiepen” ronde de akkers te plaatsen. Wiepen zijn van wilgentenen gevlochten matten.
Bij een huurdersbijeenkomst vertelde iemand van de zorgtuinderij “Oosterheem” dat hij zo’n wiep boven water had gehaald en tot zijn verbazing allemaal kleine kreeftjes daarop had gezien en dat had hem wel verbaasd. Nu kan één vrouwtjes rivierkreeft ruim 400 eitjes en larven op haar buik meedragen en omdat het kannibalen zijn die beesten, elkaar dus ook opvreten, worden ze op een bepaald moment afgezet op plaatsen waar ze veilig zijn om verder te groeien. In de gevlochten wiepen hebben zij dus een hele goede bescherming, beter in ieder geval dan op een gladde ondergrond, want daar kunnen ze niet echt diep wegkruipen. Om u een indruk te geven hoe deze kleine monstertjes eruitzien treft u hier twee foto’s aan waarop is te zien hoe deze beestjes zijn afgezet op glad materiaal. Op een dergelijke afzetting is het voor roofvissen nog mogelijk om die beestjes te vangen, dat zal ze op een wiep niet lukken.


Het komt er dus op neer dat de heer Arkesteijn en zijn medebestuursleden ervoor hebben gekozen om het de rivierkreeftjes niet heel lastig te maken, maar om het ze zoveel mogelijk naar de zin maken. Uit bericht op de site van Geldzorg gebeurt dit met steun van de wethouders van Heerhugowaard en van Langedijk;
‘Redding cultuurlandschap Oosterdeľ
Voor het Oosterdelgebied stellen beide colleges de gemeenteraden voor om ieder ruim €28.000 beschikbaar te maken voor herstel van het gebied. Met dat geld kunnen onder andere de oevers worden hersteld die zijn aangetast door de rivierkreeft. Wethouder Nils Langedijk licht toe: “Zo kunnen we samen ten strijde trekken tegen de rivierkreeft voor behoud van dit unieke landschap voor Langedijk, de regio en Nederland”. (bron; website St. Veldzorg 26 februari 2020)
De praktijk van de dag laat zien dat de ondergravingen van de oevers ook met geplaatste wiepen gewoon doorgaat. Zo ook het afkalven van de oevers.
Geld Harkestein heeft namelijk met zijn bestuursleden besloten het gebied open te gooien voor betalende recreanten die na betaling van een donateursvergoeding daar naar hartelust mogen rondtuffen met hun boten die je eigenlijk niet in een ‘cultuurlandschap’ zou moeten aantreffen.
De huurders van de eilandjes zijn de dupe van dit domme beleid. Het is niet alleen gedaan met de rust, maar doordat er door veel van die donateurs te hard wordt gevaren wordt de schade alleen maar groter. Of je het die donateurs echt kwalijk moet nemen dat ze te hard varen is overigens nog maar de vraag. De tractorschuit van Veldzorg lijkt zich totaal niet te hoeven houden aan de 6 km. die voor het gebied geldt en misschien dat zo’n donateur dan denkt dat hij/zij zo zich ook niet aan de maximumsnelheid hoeft te houden.
Huurders moeten als ze hun akkers frezen een meter uit de walkant blijven, zodat de oevers over een breedte van een meter begroeid zijn met riet en gras waardoor die ondergraven walkanten wat beter blijven hangen. Het kromme van dat verhaal is dat de akkers van Veldzorg/Staatsbosbeheer tot op de oevers bewerkt worden.

Een andere overlast waar huurders tegenaanlopen en waar Veldzorg blijkbaar niets meer op onderneemt is de enorme toename van ganzen. Werden andere jaren de eieren nog wel gedompeld in olie is daar dit jaar niets meer van te zien. Ganzen met veertien pullen is heel normaal op dit moment.
Kortom; Geld voor de redding van het “Cultuurlandschap Oosterdel” is aan Stichting Veldzorg Oosterdel niet besteed. Het feit dat Staatsbosbeheer dit gebied door deze amateurs naar de klote laat helpen, laat nog eens zien dat Staatsbosbeheer een volstrekt onlogische eigenaar is van het gebied. Als het de gemeentes Heerhugowaard en Langedijk ernst zou zijn dan zouden ze Staatsbosbeheer eens op het matje moeten roepen en de beloofde steun van 56.000 euro maar even niet uitgeven. Ik vrees alleen dat de bestuurders en raden van deze gemeentes het verder ook een worst zal zijn, want de signalen zoals hierboven geschetst zijn niet zomaar uit de lucht komen vallen. Waarschijnlijk is de gedachte dat ze de komende paar jaar weer rust in de tent zullen hebben door die fooi te geven als ‘reddingsmiddel’. In een tussenliggend jaar zal er wel weer eens een politieke partij zijn die met een slagroomtaart bij ze langs gaat als dank voor het ‘goede’ werk, want zo werkt struisvogelpolitiek.