Het veelal overbodige Artikel 40 vragenfestival van de Langedijker raad.

Recentelijk schreef ik al iets over de onnodige artikel 40-vragen van raadslid Aad Duys van Dorpsbelang Langedijk inzake de uitgaansgelegenheid “De Rode Leeuw”.

 

Alvorens verder te gaan:

 

Wat zijn artikel 40 vragen…

Raadsleden hebben de mogelijkheid het college van B&W vragen te stellen over actuele onderwerpen. Het college is verplicht om binnen 30 dagen antwoord te geven op deze vragen.

Deze vragen worden officieel ‘Vragen aan het college van B&W conform artikel 40 van het Reglement van Orde van de Raad’ genoemd; meestal wordt ernaar verwezen als ‘artikel 40 vragen’.

 

Artikel 40 Schriftelijke vragen

  1. Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd en gericht aan het
    college of de burgemeester. De vragen kunnen van een toelichting worden
    voorzien. Schriftelijke vragen worden schriftelijk beantwoord.
  2. De vragen worden bij de griffier ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overigen leden van de raad en het college of de burgemeester worden gebracht.
  3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats. in ieder geval
    binnen 30 dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college dan wel de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
  4. De beantwoording van het schriftelijk antwoord geschiedt door het college, danwel de burgemeester.
  5. Schriftelijke antwoorden worden door tussenkomst van de griffier aan de leden van de raad toegezonden.
  6. Schriftelijke antwoorden worden op de Lijst van ingekomen stukken geplaatst.
  7. De vragensteller kan, naar aanleiding van de plaatsing op de Lijst van ingekomen stukken, nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord.

 

Vragen stellen zonder op de kleintjes te letten.

Enige tijd geleden heb ik middels een verzoek op de Wet Openbaarheid van Bestuur eens nagevraagd wat het afhandelen/beantwoorden van deze artikel 40 vragen ons burgers nu precies kost. Ik kreeg namelijk bij het lezen van al die vragen de vieze smaak in de mond dat het stellen van die vragen ons burgers behoorlijk wat geld kost. Want dergelijke vragen gaan binnen het gemeentehuis een lange weg alvorens de beantwoording naar buiten komt. Zie daartoe de uitleg over Artikel 40 vragen. Het zijn behoorlijk wat kostbare uren die in een dergelijke beantwoording gaan zitten. Uit de beantwoording die ik op mijn WOB-verzoek kreeg blijkt dat het ons burgers zo tussen de € 400 en € 750 per inzending van de vragen kost. De kosten liggen meestal dichter bij € 750 dan bij € 400. De huidige raad is nu zo’n jaar aan de ‘macht’ en wat opvalt is dat de meeste artikel 40 vragen door de oppositie worden gesteld. Betreft het zinvolle vragen die er gesteld worden? Het gros van de gestelde vragen blijken overbodig. Als de raadsleden hun stukken en/of de publicaties van de gemeente goed hadden gelezen dan was het merendeel van de vragen overbodig. Zo stelde Hard voor Langedijk in december vragen over de invoering van de WMO en uit de beantwoording bleek dat als de heer Langedijk of ander raadslid nu maar gewoon had gedaan waar hij/zij voor was verkozen; kennisnemen van al wat aan informatie tot je komt, deze vragen niet gesteld hadden hoeven worden. Waarom de vragen dan worden gesteld? Heel simpel je haalt er de pers mee. De broodschrijvers van het Noord-Hollands Dagblad nemen die vragen, digitaal naar hun verstuurd, zo klakkeloos mogelijk over om het suffertje ‘Alkmaarse Courant’ te vullen. Daarmee laat je dus als oppositie partij aan je achterban zien dat je lekker voor ze bezig bent. Dat dergelijke onzin vragen hun achterban ook geld kosten dat laat men maar liever in het midden.

Voor ruim 14.000 euro aan vragen art. 40.

GroenLinks spant als het op artikel 40 vragen aankomt de kroon en de kosten voor beantwoording van hun vragen liggen per inzending vaker tegen de € 750 dan daar onder. In een periode van een jaar maakte GroenLinks 10 keer gebruik van de mogelijkheid tot artikel 40 vragen. Dan komt er een poos niets en dan treffen we op een gedeelde tweede plaats Hard voor Langedijk, PvdA en ChristenUnie aan met ieder drie keer. Kleurloos Langedijk van tante Annie Kloosterboer bezet de derde plek met twee keer artikel 40 vragen. De coalitie partijen CDA, VVD en Dorpsbelang Langedijk bezetten met één keer de vierde plek. Als we van gemiddeld € 700 per beantwoording rekenen dan hebben al die partijen voor 14.700 euro aan vragen gesteld waarvan het merendeel tot overbodige vragen gerekend kan worden.

Dagobert Duck is niet geïnteresseerd in de kleine bedragen.

Wat op zich wel grappig is, is het feit dat de beantwoording van mijn wob-verzoek gestuurd werd naar de Dagobert Duck van de Burgerrekenkamer en die gaf aan dat hij zich niet erg druk kon maken om de kosten die het stellen van dergelijke vragen met zich meebracht. Verbazend was het daarom des te meer dat hij zich onlangs in het eerder genoemde suffertje uitliet het een schande te vinden dat de voedselbank Langedijk geen steun van € 5.000 ontving. Nu had de man in hetzelfde artikel al aangegeven dat de Burgerrekenkamer helemaal niets is. Geen stichting of vereniging of wat voor rechtspersoon dan ook. Dat is wel lekker makkelijk, want dan kan je ook nergens op aangesproken worden. Over de andere kant kan je stellen dat die zelfde voedselbank van één jaar artikel 40 vragenstellen drie jaar lang geholpen zou zijn. Maar zoals gezegd: “Het zijn bedragen die de Burgerrekenkamer niet opvallen en/of er valt te weinig nieuws mee te halen. Wat dat betreft had het wel een politieke partij kunnen zijn die rekenkamer. Ze zijn niet minder publiciteitsgeil in ieder geval.

Wat te denken van 1174 technische vragen?

Niet alleen de Artikel 40 vragen leiden tot veel werk en kosten op het gemeentehuis. Wat te denken van de technische vragen die de partijen ieder fora weer op het bestuur afvuren? In een volgend artikel gaan we wat nader in op de 1174 vragen die er het eerste jaar van deze raad werden gesteld.

Geef een reactie