Alkmaarsche Courant, 30 december 1936, pag. 2
De brigadier overgeplaatst.
De rijksveldwachter-brigadier R.C. van den Bosch te Broek op Langendijk is met ingang van 1 januari a.s. in gelijke functie overgeplaatst naar Ouderkerk aan de Amstel.
Alkmaarsche Courant, 31 december 1936, pag. 7
HET DRAMA TE BROEK OP LANGENDIJK.

Geachte redactie,
Verleen s.v.p. eenige ruimte voor een kort commentaar op het communiqué van den majoor der rijksveldwacht in Uw geacht blad van Maandag j.l.
In genoemd communiqué wordt geconcludeerd dat door het bestaan der afspraak tusschen mijn zoon en D. Kr. de brigadier genoodzaakt was op te treden gelijk hij heeft gedaan.
M. de R. was het dan mogelijk dat de brigadier toen reeds wist, dat na 3 maanden deze “bekentenis” zou loskomen?
Of was het ‘t optreden der vier jonge mannen dat het schieten van den brigadier moest rechtvaardigen? Welnu, de getuigen die hebben geconstateerd dat mijn zoon alleen tegenover den brigadier stond, toen hij het doodelijke schot ontving, leven nog, staan zeer gunstig bekend en handhaven hunne verklaring.
De drie anderen waren door den grooten afstand zelfs niet te zien, en de brigadier heeft hen, na het vellen van mijn zoon, geroepen, eenige stappen in hun richting doende.
Hoewel nog veel meer zou zijn aan te voeren, laat ik het voorlopig hierbij. Er mochten nog eens meer van die “bekentenissen” volgen.
Met dank voor de plaatsruimte.
Hoogachtend, M. KOOL
Broek op Langendijk, 30 Dec. 1936.
Tot slot.
Ten tweede male.
Voor den tweeden keer binnen een paar maanden tijds had juffrouw Jantje de W.-R. uit Broek op Langendijk zich te verantwoorden wegens beleediging van den brigadier der rijksveldwacht, R.C. van den Bosch. Juffrouw Jantje – die niet was verschenen – had den brigadier, toen die de dagvaarding bij haar kwam brengen van de vorige beleedigingszaak, uitgemaakt voor een schoft en nog meer van die leelijke kwalificaties gebezigd.
De officier was niet malsch en eischte ƒ 30 of 15 dagen. Het vonnis was conform.
De vrouw in kwestie bleek na onderzoek Jantje Ruijs te zijn, geboren 3 mei 1892 te Sint Pancras en op 19 april 1913 te Sint Pancras getrouwd met Jan de Wit, geboren 9 maart 1891 te Broek op Langedijk. De naam van De Wit in Broek op Langedijk is altijd nauw verbonden geweest met de scheepsbouw in deze plaats en velen brengen deze in verband met de scheepswerf “Houdt Moet”.
De werf met die naam wordt rond 1794 aan de Dorpsstraat te Broek op Langedijk gevestigd door Hendrik Jansz. Otto. Na het overlijden van Hendrik Jansz. Otto gaat zijn zoon Jan Hendriksz. Otto met de scheepswerf verder.
In 1857 wordt de werf verkocht aan de familie “de Wit” en gaat Jan Hendriksz Otto verder met zijn tuinbouwbedrijf dat hij naast de scheepswerf had. Pieter Jansz de Wit, die de werf koopt, had een scheepswerf te Zuid-Scharwoude en zijn zoon Cornelis Pietersz de Wit gaat in Broek op Langedijk werken op de scheepswerf “Houdt Moet” en neemt de werf later van zijn vader over.
± 1870 tot ± 1886 worden door de schuitenmakerij o.a. 3 houten tjalken gebouwd.
1880 Na het overlijden van Cornelis Pietersz de Wit in 1880 wordt de schuitenmakerij voortgezet door de oudste zoon Pieter de Wit Czn.
± 1900 Pieter de Wit gaat over van houtbouw op ijzerbouw. De eerste ijzeren schuit wordt gebouwd van 6 mm dik staal, wat echter veel te zwaar blijkt te zijn. De lege schuit ligt al voor de helft in het water, zodat ook maar de helft van de berekende lading kan worden geladen. Rond deze tijd zal de sleephelling worden omgebouwd tot railhelling. Pieter ontwerpt de Langedijker platkop om zo min mogelijk plaatafval over te houden.
± 1904 De boerderij waarin Pieter de Wit Czn. met zijn gezin woont wordt gesloopt en er wordt een woonhuis met schuur gebouwd. De kosten daarvan belopen ongeveer ƒ 4.000
± 1916 Jan de Wit Pzn. neemt de scheepswerf ” Houdt Moet ” over.
± 1924 Jan de Wit Pzn. gaat failliet met een schuld van ƒ 85.000. Hij begint opnieuw met een scheepswerf op het Oxhoofdpad, genaamd ” De Phoenix ” in de voormalige zuurkoolfabriek “’t Oxhoofd”, dat later door de gemeente wordt opgekocht voor ƒ 25.000 en waar eerst een gymlokaal werd gebouwd en kort erop een nieuwe openbare lagere school, de Phoenix geheten. Jan de Wit was één van de eersten die de mogelijkheden inzag voor het toerisme in de gemeente Langedijk en had daarvoor een open rondvaartboot gebouwd.
Jan de Wit heeft nog ettelijke jaren voor de plaatselijke VVV-rondvaarttochten gemaakt samen met Henk van der Heerik. Die tochten vertrokken meestal vanaf het café Welgelegen van Arjen de Boer op de Stationsweg.
Arjen de Boer had ook een taxibedrijf en werd tijdens het proces rondom de dood van Marinus Kool als getuige gehoord, omdat hij die nacht op weg naar huis van een taxirit de vier jongelui had aangesproken om ze met de auto thuis te brengen.
Op 24 juni 2023 presenteerde een oomzegger van Marinus Kool in de Trefpuntkerk te Broek op Langedijk een boek over de kwestie. Zijn vader had daarover al eens een stuk geschreven dat hij had geschonken aan de Stichting Langedijker Verleden. Een stuk dat onder nummer in hun archief is opgenomen, maar dat, op vragen daarover aan de voorzitter Hans de Graaf, helaas nergens meer is terug te vinden.
De allerlaatste gemeenteveldwachter was de gemeenteveldwachter van Zuid-Scharwoude die zijn laatste jaren in gemeentelijke dienst heeft vervuld als gemeentebode op het gemeentehuis te Noord-Scharwoude. Met een bericht in de krant van 22 april 1944 over het jubileum van deze veldwachter sluit ik deze serie af.

Bronnen en illustraties; Regionaal Archief Alkmaar, Alkmaarsche Courant, Schager Courant, St. Langedijker Verleden en eigen collectie.
Reacties en aanvullingen; kunt u mailen naar schaduwrijklangedijk@gmail.com of via de reactiemodus op deze website.