Stukjes verhalende theatergeschiedenis 1974 – 1998. Deel 30.

Decorontwerpers (2). 

Eén van de decorontwerpers waar ik het meeste contact mee had was Herman van Elteren. De allereerste productie die ik van hem bij het Publiekstheater meemaakte was  “De Opgaande Zon” van Herman Heijermans. 

De voorstelling werd gespeeld in het seizoen 1975/1976 en de mogelijkheden voor speciale effecten was nog niet echt groot. Einde van het derde bedrijf vliegt het huis in de fik en dat moest getoond worden. Midden achter in het decor was een raam en Roderick van Gelder was op het idee gekomen om door of op dat raam een film te projecteren waar je een flink vuur zag ontstaan. Roderick bezat toen al een groot netwerk waar hij uit kon putten en hij is op een avond met Herman van Elteren ergens een vuurtje gaan stoken dat ze op 16 mm film opnamen. Het effect werd door de artistieke staf in dankbaarheid ontvangen en Roderick was voor de duur van de tournee verantwoordelijk voor de opstelling van de 16 mm- projector. In het vierde bedrijf zien we een ontluisterend door vuur aangetast decor en drupt er door het plafond nog bluswater op een tafel. Het geluid van druppelend water mocht niet als geluid op band worden opgenomen, maar live worden uitgebeeld. Er werd een constructie bedacht met een zinken emmer die gevuld werd met een bepaalde hoeveelheid water en in een trek boven de tafel werd gehangen. Met een touw dat aan de onderzijde van de emmer was vastgemaakt en via katrollen aan de zijkant van het toneel kon worden bediend, werd het schuin getrokken waardoor het waterpeil aan één kant van de emmer omhoogkwam. Daar was een gat in de emmer gemaakt met een katoenen lap erin waarlangs het water liep en het op het toneel begon te druppelen. Het was nog een heel gegoochel om het druppelen zo in te stellen dat het hele bedrijf ook doorging met druppelen.

Op deze foto is Guus van Outersterp in de rol van rekwisiteur bezig de klokken te prepareren die in de voorstelling zogenaamd werden gerepareerd.

Tijdens het stuk moesten een drietal acteurs met een kroontjespen hun handtekening op papier zetten en de regisseur, Hans Croiset, had bedacht dat dit geluid via de bandrecorder moest worden afgespeeld. Om dat krassen van de pennen op het juiste moment te kunnen laten horen moest je als geluidstechnicus heel goed kunnen zien wanneer de pen op het papier kwam om op het juiste moment de geluidsband te kunnen starten. 

Dick Heinz stond op een keer op rechts in de manteau naar het schouwspel te kijken en Johan Ooms die op dat moment zijn handtekening zette, zag vanuit zijn ooghoek dat Dick Heinz met zijn hand in zijn kruis stond te krabben op het moment dat het krassen van de pen klonk. Het effect dat het had op Johan Ooms was kostelijk, de arme man had het niet meer van het lachen en wist niet hoe en waar hij moest kijken. 

In de zomer van 1976 waren er op het decoratelier van de Stichting Theatertechniek en Administratie (STA) voorbereidingen voor het decor van de Kaukasische Krijtkring en daarin zat veel hout verwerkt. Omdat ik ook bij Publiekstheater tijdens de reis vaak opdraaide om beschadigd decor te herstellen, leek het mij handig om van dichtbij het productieproces te volgen.

Achteraanzicht van het decor van de Kaukasische Krijtkring van Bertold Brecht. Foto; Martin Wagenaar.

Op de zolder van het atelier dat ook gebruikt werd om achterdoeken te schilderen was Herman van Elteren bezig met het maken van allerlei doeken en ik ging hem daarbij helpen. Aldoende leerde ik Herman toch wat beter kennen en in de loop der jaren is dat contact nog vrij lang gebleven. Hij maakte bij de producties waar hij decors voor ontwierp ook vaak de mooiste geïllustreerde boeken die als je een bladzijde omsloeg op wonderbaarlijke wijze openklapten en het betreffende decor met daarin de rollen per scène lieten zien. Hij maakte voor de Kaukasische krijtkring ook heel mooie rekwisieten en een aantal daarvan zijn zo rond de kerst in Monnickendam nog te bewonderen in de kerststal die daar ieder jaar wordt ingericht naar idee van Herman. 

Kerststal van Monnickendam. Foto; Martin Wagenaar.

De Kaukasische Krijtkring was een prachtige voorstelling. Het enig noemenswaardige voorval van deze productie is misschien wel dat het bedienen van het geluid voor mij nooit mijn hobby was, maar puur kwam omdat ik binnen het roulatiesysteem dat we als technici bij het Publiekstheater hanteerden om zo allround mogelijk te zijn, geen spelbreker wilde zijn, en daarom trouw aan die verplichtingen voldeed. 

In de Kaukasische Krijtkring was er maar één moment dat er geluid gebruikt werd. Petra Laseur moest in de voorstelling een lied zingen, terwijl zij op een open toneel in het rond liep en omdat zij niet beschikte over een goede zangstem hadden we dat lied ook op de band opgenomen en op het moment dat Petra aan de voorkant van het toneel begon te zingen starten wij de band en als ze naar achter liep faden wij de zang met de band wat op. Om de start van de band gelijk met de zang van Petra te krijgen hadden we de bandrecorder ergens halverwege rechts op het toneel staan. Bij een voorstelling in het Casino te Den Bosch was het mijn beurt voor het geluid. Alles keurig aangesloten en op het eind van de bouwdag de geluidsniveaus ingeregeld en de band scherp gezet. De bandrecorder, een Revox, speelden we af op 38 cm. en ’s avonds bij terugkomst in het theater controleerde ik of alles in orde was en ging daarna naar de artiestenfoyer voor de koffie. Vandaar hoorde ik ook dat de voorstelling begon en op het moment dat ik mijn wacht hoorde, ging ik naar het toneel om standby te zijn voor de bandstart. Petra startte met zingen middenvoor op het toneel en liep dan richting rechter manteau waar die avond mijn collega Henk Nolet naar de voorstelling zat te kijken. Op het moment suprême dat ik de band start hoor ik dat iemand de snelheid van de bandrecorder op 19 cm. had gezet en in een fractie van een seconde draai ik deze terug naar 38 cm. Dat geeft even een heel vreemd geluid en het zal zeker lachwekkend zijn als je iemand ziet die dat playbacked, maar voor Petra en ook voor mij was het niet leuk om mee te maken. 

Henk Nolet zag dit allemaal van heel nabij en rolde bijna uit de manteau van het lachen. Voor mij was het een geluk dat Petra ’s avonds op het toneel was terwijl ik het geluid nog even uitprobeerde en ze accepteerde mijn excuses dat ik niet bij de les was geweest toen ik de band startte. Er was iemand geweest die een grap had willen uithalen en dat was gelukt. Henk Nolet was echter niet van Petra af. Hij kreeg in de pauze de wind van voren en heeft zich de rest van de voorstelling ook niet meer op toneel durven laten zien. 

Een decorscène van Herman van Elteren bij toneelgroep Theater in Arnhem. Foto; Martin Wagenaar.

Van Herman van Elteren heb ik bij het Publiekstheater geen decorontwerp meer meegemaakt. Wel ben ik nog eens mee geweest met hem naar toneelgroep Theater waar hij een decorontwerp voor had gemaakt en hij me vroeg of ik mee wilde gaan om hem tijdens het lichtstanden maken te adviseren. Geen idee meer wat de titel van het stuk was, maar het decorontwerp stelde een snoepwinkel voor. In dat decor had hij fragmenten van bestaande oude winkeltjes in Amsterdam verwerkt en het enige wat me er verder van bij is gebleven is dat in dat stuk een irritante stagiair, Porgy Franssen, in meespeelde die in mijn ogen het avondje belichten niet echt serieus nam. 

Herman van Elteren maakte waar dat in zijn producties nodig was ook hele mooie beelden van brandvrije roofmade. Hij had daar een heel eigen manier van werken in gevonden die hij tot vandaag, op zeer hoge leeftijd, in zijn woonplaats Monnickendam nog steeds toepast. Veel huizen in Monnickendam hebben door zijn toedoen gevelstenen gekregen die vaak nog terugverwijzen naar de oude bestemming van de huizen, maar ook op pure fantasie van hem zijn voortgekomen. 

Zowel Herman als ik hadden contacten binnen het amateurtoneel en opeen bepaald moment gaf ik voor het Noordhollands Centrum voor het Amateurtoneel (NHCA) een tussenkadercursus voor vormgevers en lichtontwerpers en vroeg ik Herman een bijdrage te leveren op het gebied van kostuumontwerp. Herman had ontzettend veel foefjes om met weinig middelen de mooiste dingen te maken, dus voor het amateurtoneel waren zijn ideeën een aanwinst. 

Hij gaf ook les op de Hogeschool voor de Kunsten in Enschede en al snel werd ik daar ingezet voor workshops theaterbelichting. 

In 1996 begon ik onder de naam m’Art met het produceren van schoolvoorstellingen om kinderen kennis te laten maken met kunst en nodigde ik Herman uit om een schoolvoorstelling in Monnickendam bij te wonen. Ik was op dat moment bezig met de voorbereiding van een nieuwe productie en ik wisselde daarover met Herman van gedachten. Binnen de kortste keren kwam hij met zulke leuke decor ideeën op de proppen dat deze leidend werden in het vervolg van de productie. 

Op de persoonlijke pagina van de Theater Encyclopedie treft u een heel overzicht van de tot nu toe gepubliceerde theaterverhalen zoals die hier op mijn blog zijn verschenen. De link hieronder geeft u direct toegang.

https://theaterencyclopedie.nl/wiki/Martin_Wagenaar

Geef een reactie