Hoe zal dat met het openbaar onderwijs zijn?
Recent werd in Heerhugowaard door de wethouders van Langedijk en Heerhugowaard buslijn 407 in gebruik genomen. Het valt allemaal onder een pilot-project van een jaar om te zien of er echt behoefte is aan deze vorm van ‘openbaarvervoer’.
Ik zet OPENBAARVERVOER bewust tussen aanhalingstekens, want ik heb ernstige twijfels aan dat openbare.
De gemeente Langedijk meldt het volgende over deze ‘buurtbus’ (ook hier de aanhalingstekens’;
“Buslijn 407 is in het leven geroepen om het wegvallen van buslijnen 150 en 10 te compenseren. Deze werden in juli vorig jaar stopgezet, omdat er te weinig gebruik van werd gemaakt. Het aantal reizigers was wel voldoende om de mogelijkheid van een buurtbus te verkennen. Aanleiding om de buurtbus te starten was mede een motie in de gemeenteraad van Langedijk. De gemeenteraad vroeg om te onderzoeken of een buslijn tussen Langedijk en Heerhugowaard mogelijk is. Daarin hebben de gemeenten Langedijk en Heerhugowaard, lokale vervoersvereniging HugoHopper, provincie Noord-Holland en vervoerder Connexxion elkaar gevonden. Ook het Rocov-NH (commissie die opkomt voor de belangen van de reizigers) heeft meegedacht en advies gegeven.”
Het begrip “Buurtbus” behelst een vorm van openbaar vervoer te zijn en bestaat sinds 1977.
De buurtbus wordt gereden door vrijwilligers die lid zijn van een vereniging. De juridische vorm waaronder de buurtbus functioneert. De leden, de chauffeurs, kiezen vanuit hun midden hun bestuur. Zij hebben dus invloed op het functioneren van de buurtbus waar zij op rijden.
De gemeente Langedijk heeft echter voor een bijzondere vorm gekozen, waarbij ze de chauffeurs wat betreft zeggenschap buitenspel hebben gezet. Zij hebben de bus ondergebracht bij de passagiersvereniging van Hugohopper.
Het jaarbedrag (€ 9.600,-) dat de provincie Noord-Holland beschikbaar stelt vloeit rechtstreeks naar Hugohopper.
Hugohopper onderhoudt in Heerhugowaard vier buslijnen waar de leden (passagiers) van Hugohopper mee kunnen reizen. Ze betalen € 50,- per jaar als lidmaatschap en kunnen bij handopsteken een busje aanhouden en voor 50 ct. per rit met zo’n bus mee. Verder heeft Hugohopper een bus rijden voor rolstoelvervoer.
Dat is allemaal prima geregeld, maar valt niet onder het begrip “openbaar vervoer”, want met een ov-chipkaart kan je er niet met mee. Daar komt bij dat Hugohopper door professionals wordt geleid en het geld, de 9600 euro, ook deels gaat naar het management.

Bij een eerste rit met de buurtbus viel onze redactie op dat de 407 geen rolstoelen meeneemt. Navraag bij de chauffeur leerde dat naast rolstoelen ook passagiers met rollators worden geweerd. De bus onderzoekend kwamen we tot de ontdekking dat er ook geen mogelijkheden in de bus zijn om kinderwagens vast te zetten en te borgen. Wat maakt lijn 407 dan tot buurtbus en tot openbaar vervoer? Wij hebben het tot op heden niet kunnen ontdekken.
Nu is de buurtbus in Langedijk ontstaan vanuit een motie van de Senioren Langedijk. Wie de motie erop na leest kan zien dat er wordt gevraagd onderzoek te doen naar een vorm van openbaar vervoer. Wie echter de geluidsverslagen naluistert van de bijeenkomsten waar het onderwerp geagendeerd stond, merkt dat de fractievoorzitter van Senioren Langedijk geen onderscheid maakt tussen het begrip “belbus” en/of “buurtbus”.
Wat heel bevreemdend is, is het feit dat we vanuit die hoek ook nog geen vragen hebben gehoord over de huidige ‘buurtbus’. Je zou toch verwachten dat als je een initiatief hebt genomen, je de uitvoering daarvan in de praktijk gaat testen. Maar van de Senioren Langedijk geen enkele sjoege.
Gelukkig zijn er in Langedijk nog andere partijen die wel hun zaken nalopen en gebruik maken van hun controlerende taak.
Ondertussen zullen ouderen zonder rollator, maar toch niet altijd evengoed ter been een aantal haltes hebben waar zij vanuit de bus rechtstreeks op straat en/of de grasberm moeten uit – en instappen.
Iedereen met enig beenletsel loopt bij in- en uitstappen onnodige risico’s en dan heb ik het maar nog niet over de verantwoordelijkheid van de chauffeur ten aanzien van zijn/haar passagiers. Dit laat nog weer eens zien dat er vanuit onze gemeente totaal geen rekening is gehouden met de diversiteit van passagiers in het openbaar vervoer.
Hoe kan je als gemeente besluiten om een jaar op proef te gaan onderzoeken of er behoefte is aan een vorm van openbaar vervoer terwijl je een grote groep van passagiers uitsluit?