Op 1 oktober las ik op mijn vakantie-adres in Portugal het verheugende bericht als zou de rivierkreeft in Langedijk de eerste slag hebben gewonnen. Dat zou tot grote tevredenheid van wethouder Jongenelen hebben geleid. Nu is dat laatste niet echt het vermelden waard, want als er één niet-inwoner van Langedijk met zichzelf is ingenomen dan is het Adje wel.

Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad en vele bussen peper in zijn reet om hem in beweging te krijgen om iets aan de Amerikaanse rivierkreeft te doen. Veel verder dan het indienen van een motie samen met zijn collega uit Heerhugowaard op het congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is het niet gekomen. Tevreden leunt hij inmiddels alweer achterover en daar waar er vragen aan hem gesteld worden, kraamt hij onzin uit.
De populatie rivierkreeften wordt naar zijn zeggen te groot en ze groeien als konijnen?
Als KONIJNEN!!
Blijkbaar was hij vroeger tijdens de biologieles ook al niet bij de les, maar hij maakt het allemaal nog mooier. Zo blijkt het Oosterdelgebied tot het Unesco-erfgoed te behoren net als de Waddenzee.
Jongenelen blijkt in het artikel een tevreden mens, maar het is nog niet zeker of hij dat blijft, maar voorlopig leunt hij lekker achterover om te kijken hoe het zich verder ontwikkeld. Het is heel geruststellend dat hij vanuit zijn makkelijke stoel gaat kijken of de vaart er een beetje in blijft. Haast is tenslotte geboden en 2 oktober was de allereerste bijeenkomst met de Unie van Waterschappen. Wie zou hebben verwacht dat onze doortastende wethouder over die bijeenkomst al in de raadsvergadering van 6 oktober mededelingen zou doen, kwam bedrogen uit. De vaart moet er namelijk eerst inkomen wil je vooruitkomen in de politiek en kan je rekenen, reken dan niet op Adje Jongenelen.
Gelukkig voor Ad en zijn familie haalde hij het NOS-journaal zonder balkje voor zijn ogen en zonder ook maar één stap te hebben gezet.