Goochelen (2)
Eén van de eerste projecten die ik met Richard Ross deed, kwam in mijn beleving ook voort uit de koker van zijn huurder van kantoorruimte in het Magic Art Centre, Peter van Dijk. Het betrof een promotietour van de gezamenlijke Nederlandse levensverzekerings- maatschappijen en in mijn herinnering waren die de opdrachtgever van Peter van Dijk.
De show was bestemd voor de verkopers van levensverzekeringen. Als promotiemateriaal werden er speelkaarten beschikbaar gesteld voor de verkopers en kopers. Op de achterzijde van de speelkaarten stond een illustratie van Escher afgebeeld.
Peter van Dijk had mij benaderd om de belichting van de shows door het hele land te doen en in ieder geval het lichtontwerp te maken en te zorgen dat ik of een vervanger de shows zou begeleiden. Voor de shows had hij twee journalisten uitgenodigd die ieder een promotie-column op het podium zouden uitspreken waaronder de journalist Pierre Huijskens, adjunct- hoofdredacteur van Elsevier en in 1985 onderscheiden met de “Orde van de Gulden Humor” een prijs van de gezamenlijke Limburgse carnavalsverenigingen. Er deed ook nog een andere journalist uit de Elsevierstal mee met een column wiens naam op mij geen blijvende indruk heeft gemaakt.
Verder was er een muziekcombo samengesteld rond de drummer Peter Ypma.
Vanwege de speelkaarten was Richard Ross aangetrokken. Wereldkampioen goochelen geworden met een speelkaart-act en ook wereldkampioen geworden met zijn zogenoemde ringenspel waarbij hij losse ringen ter grootte van een voetbal op magische wijze in elkaar haakt. De wijze waarop hij die ringen manipuleerde leverde hem de bijnaam “Lord of the Rings” (zie de link in deel 26 van deze serie) op.
Als decor werden bij een standbouwer twee enorme speelkaarten gemaakt en voor de vier musici muzieklessenaars met dezelfde Escher afbeelding als op de speelkaarten.
De show werd met alle betrokkenen afzonderlijk met doorgesproken. Tijd voor repetitie was er niet. Voor de directies en andere hotemetoten van de levensverzekeringbranche zou er een presentatie zijn in theater De Meervaart in Osdorp. De show zou niet langer dan een uur duren en omdat om twaalf uur de lunch voor de dames en heren in de Meervaart zou klaar staan, zou de aftrap van de show om elf uur ‘s morgens zijn. Om negen uur ’s morgens konden we pas beginnen met de opbouw. Dat was krappe sokkenwerk, zeker omdat alle medewerkers nog duidelijk moesten worden geïnstrueerd waar ze verwacht werden te gaan staan op het toneel. De vloer was volgeplakt met wit gekruist tape, zodat iedereen op die plekken ook goed in het licht zou staan. Richard was in die tijd al bekend om zijn Magic Spray en had altijd wel zo’n spuitbusje in zijn zak. Voor de show deed hij tussen de andere optredens een drietal trucs: klokjes, ringen en kaarten.
De show draaide ik op de handtafel en omdat er geen repetities waren geweest had ik in mijn belichting ook nog rekening gehouden met extra licht dat ik kon inschuiven als iemand niet op zijn juiste plek zou staan. Om elf uur kon het feest beginnen.
Bij de tweede opkomst in het programma van Richard deed hij zijn ringen-act, tenminste dat had ik zo verwacht, maar terwijl hij zijn act begint vraagt hij naar boven naar de lichtcabine kijkend, om zaallicht en vraagt een vrijwilliger uit de zaal om naar voren te komen. Laat ik het zo zeggen hij wijst een vrijwilliger aan.
Een in een keurig pak zittende heer komt naar voren tot aan de rand van het toneel. Richard buigt voorover en doet een ring over de man zijn hoofd om zijn nek, een tweede en de derde volgen. Hij verzoekt de man om weer terug te gaan naar zijn stoel en start zijn kaartenroutine. Op het eind daarvan neemt hij zijn applaus en gaat af voor het volgende onderdeel van de show en laat de man voor wat het is.
Dan is het weer tijd voor Richard om op het toneel te verschijnen en hij verzoekt de man naar voren te komen. Hij buigt voorover en pakt de ring die hij als laatste om de man zijn nek heeft gehangen. De truc is dat die ringen in elkaar zitten, dus met het optillen van de laatste ring komen ook de twee anderen mee omhoog. De eerste ring komt probleemloos om het hoofd naar boven, maar tussen de tweede en de derde die ook boven het hoofd komen zit een toupet geklemd en staat daar een man voor het podium met een spiegelglad hoofd.
Richard geeft geen krimp, pakt met zijn andere hand het busje Magic Spray uit zijn zak, pakt de toupet en legt die weer op de man zijn hoofd. Spuit met zijn busje en roept met een zelfvoldane glimlach; “Magic Spray!”.
Buigt naar het publiek neemt zijn applaus en gaat af en laat de man versteend achter. Ik laat het zaallicht langzaam weer naar donker gaan om de man in de gelegenheid te stellen om zijn stoel te vinden en heb buikpijn van het ingehouden lachen.
We hebben daarna nog vrij veel klussen gedaan van presentaties van nieuwe modellen auto’s tot een nieuw model passagiersvliegtuig, altijd ging dat onder een enorme tijdsdruk. Nooit was er sprake van een gewone repetitie, omdat er tijdens de opbouw nog vaak heel veel veranderd werd en nieuwe zaken werden ingebracht.

Zo deden we nog eens een presentatie van een vuilniswagen voor Geesink in Emmeloord, de vuilniswagenbouwer bij uitstek. Prins Bernard zou daarbij aanwezig zijn en prins Bernard zou uit handen van Richard een miniatuur vuilniswagen overhandigd krijgen van het model dat wij op het toneel zouden toveren. Richard en ik hadden ter voorbereiding op die presentatie in de fabriekshal gekeken of de presentatie op de werkvloer daar zou kunnen plaatsvinden. In principe waren daar wel de mogelijkheden toe, maar dan zou het een presentatie worden voor een gezelschap genodigden dat niet groter dan zo’n 150 man zou zijn. Bij Geesink waren ze echter zo enthousiast geworden over de plannen dat ze op een bepaald moment bedachten dat ze toch wel zo’n vierhonderd genodigden zouden hebben. Dat kon niet in de fabriekshal en Geesink opperde om uit te wijken naar een landbouwexpositieruimte in Emmeloord, ’t Voorhuis. We zijn daar op een middag naartoe gereden en met de directeur van Geesink en de technische man van ’t Voorhuis hebben we de ruimte bekeken. We hadden voor onze presentatie toch zeker een aantal behoorlijke hijsinstallaties nodig en het bleek dat we in die hal nergens de mogelijkheid hadden om ook maar iets van takels in te hangen. Dit zou hem dus niet gaan worden. In de tien, twaalf jaar dat ik in het theater werkte, had ik nog nooit gehoord dat er in Emmeloord iets van een theater was. In onze loop van de expositieruimte naar het restaurant voor in het gebouw keek ik dan ook vreemd op toen ik een informatiepijl zag met daarop de tekst “theaterzaal”. De technicus ging ons trots voor toen ik hem vroeg of we die zaal dan ook even mochten bekijken. De zaal was schitterend met balkon en van voldoende grootte voor het aantal genodigden. De toneelopening was zo rond de tien meter en ook in diepte. De kaphoogte was rond de negen meter en er kon dus het een en ander worden weggetrokken. Er waren ook voldoende handtrekken. Er was links en rechts echter weinig ruimte om bijvoorbeeld een vuilniswagen te parkeren en ook de houtenvloer leek niet echt bestand tegen het gewicht van zo’n auto. Mijn vermoeden werd bevestigd op het moment dat we de kelder onder het toneel ingingen om de constructie te inspecteren. De directeur van Geesink zag echter geen problemen. Hij zou de vloer voldoende laten onderstutten. Toen we achter het toneel de laad- en losdeur bekeken bleek dat hier geen vuilniswagen door naar binnen kon, ook dat was voor de directeur geen probleem. De deur en de muur moesten er gewoon uit. De technicus van ’t Voorhuis wist niet wat hij hoorde. We gingen terug naar het restaurant om het goed door te spreken en in de loop ernaar toe fluisterde ik Richard in dat ik er weinig brood in zag. In ons eerste plan voor de fabriekshal was het onze bedoeling om de opbouw van de vuilniswagen omhoog te takelen en rondom de rest van de wagen het podium te bouwen en ik had de handtrekken in de theaterzaal bekeken en had de indruk dat we met deze trekken het gewicht van zo’n opbouw niet omhoog zouden krijgen. Mijn technische uitleg aan directeur en Richard werden door de technicus onderschreven en hun teleurstelling was groot.
Ik heb daarop voorgesteld om door een standbouwer de voor het publiek zichtbare kant van de vuilniswagen uit te laten timmeren. Als Geesink een cabine van de vuilniswagen kon leveren die op een onderstel met zwenkwielen zou staan en voor twee vrachtwagenwielen zou zorgen dan konden we deze terplekke op het toneel tot een complete vuilnisauto ombouwen. Dit bleek het ‘ei van Columbus’. De truc van de presentaties die we deden bestond er vooral uit dat we in eerste instantie het publiek een volledig vrije ruimte lieten zien of in sommige gevallen de indruk wekten dat het een openruimte was. Geesink bezat een hele grote collectie van historische vuilniswagens. En het idee was om deze collectie te filmen en de film af te spelen als onderdeel van de door ons te maken show. Op een zondag togen wij met een cameraman weer naar de fabriek en lieten de historische modellen de fabriek uitrijden tot en met het allernieuwste, door ons te presenteren, model. Deze zou voor de fabriek stoppen, de chauffeur zou daarop uit de auto stappen en een sjekkie rollen en terwijl hij deze aanstak was er een lichtflits en het volgende moment staat de chauffeur voor de fabriek om zich heen te kijken, maar ziet nergens meer zijn vuilnisauto. Tot zijn blik naar de grond wordt gewend en hij vlak voor zijn voeten het miniatuur model van zijn auto voor zich ziet staan. Deze film werd op het projectiescherm geprojecteerd dat vlak achter de portaalbrug hing. Dat gebeurde nadat het publiek eerst had gekeken naar een Parijs terras met allemaal gasten aan tafeltjes die werden vermaakt door collega goochelaars van Richard. Op een bepaald moment werd deze scène opgeschrikt en kwam het filmdoek en een gaasdoek naar beneden. De film werd ingestart en achter op het toneel werd begonnen met het changement om het toneel vrij te maken en met de opbouw van de vuilniswagen.
John Knip, goochelaar en special effects-man bij Joop van de Ende, had uit Amerika nieuwe magnesium vuurpotten over laten komen voor de 1-2-3-show van Carrell en Richard kon die voor onze presentatie ook gebruiken, had hij bedacht.
In de potten zat een soort van waakvlammetje en onder in de potten lag magnesiumpoeder. Via een luchtslang kon je dat poeder opblazen en ontbrandde door de waakvlam. Terwijl het publiek al de zaal in kwam waren wij nog steeds achter het voordoek met de opbouw bezig. Tijd om een doorloop te doen was er niet. De acht magnesiumpotten werden op het toneel geplaatsts. De bedoeling was dat Richard het toneel zou oplopen op het moment dat er een explosie zou klinken en het licht enorm zou zijn teruggetrokken, ondersteund door geheimzinnige muziek. Het idee was dat de jongen die de vuurpotten bediende op de slang zou blazen van de vuurpot die Richard aanwees. De jongen had alle acht de potten maar even kunnen proberen om te zien of ze ook werkelijk branden, maar van een afspraak met Richard om de volgorde vast te leggen, had er door tijdgebrek niet meer ingezeten.
Toen het moment in de presentatie daar was, kwam Richard in een prachtige smoking het toneel op en wees hij willekeurig naar de potten. De knaap werkte al net zo willekeurig, zodat op verschillende plekken op het toneel de vuurpotten tot ontbranding kwamen. Er was er niet één die ontbrandde op aanwijzen van Richard. Op het eind van de vuurpottenserie vindt Richard op de toneelvloer het miniatuur model, het licht op toneel wordt sterker en ik geef er zaallicht bij. Op het moment dat ik Richard naar het trapje zie lopen om in de zaal te komen en daar het model aan prins Bernhard te overhandigen zie ik dat één broekspijp van zijn smoking van zijn enkel tot aan zijn knie is weggebrand. Daar viel met Magic Spray niets meer aan te doen.
De hele act die zich op het voortoneel voor een gaasdoek afspeelde met de vuurpotten duurde hooguit één minuut. Die tijd hadden we op het toneel om om te bouwen naar de presentatie van het allernieuwste model vuilniswagen van Geesink.
Op het moment dat Richard richting de prins gaat komt achter het gaasdoek de vuilniswagen in beeld met achter het stuur dezelfde chauffeur als op de film.
Ondanks de ongelukkige wijze waarop de vuurpotten tot ontbranding kwamen was het wel een heel groot succes. Er waren na de presentatie mensen naar buiten gelopen om te kijken wat voor kraan er was gebruikt om die vuilniswagen door het dak te laten zakken.
Op de persoonlijke pagina van de Theater Encyclopedie treft u een heel overzicht van de tot nu toe gepubliceerde theaterverhalen zoals die hier op mijn blog zijn verschenen. De link hieronder geeft u direct toegang.