Vandaag bleek weer eens dat Arie Booy voor zijn artikeltjes in de Alkmaarse krant de websites en Facebook afstruint om zijn stukjes voor de krant te kunnen vullen.
Zo blijkt dat hij het jaarverslag van Veldzorg erop na heeft gekeken, want het zijn dan wel weer redelijk wat aantal woorden die hij daar heeft verzameld, inhoudelijk stelt het echter weinig voor. Het enige wat eruit doorklinkt is het onvermogen van Staatsbosbeheer om het Oosterdel te beheren zoals het een goed eigenaar zou betamen.
In plaats daarvan is het gebied vrijgegeven aan een groep vrijwilligers die al helemaal geen weet hebben hoe een gebied als het Oosterdel in een natuurlijke balans te houden.
De jammerklachten over rivierkreeftjes en woelratten zijn inmiddels wel bekend, maar dat die opkomst van die overlast te danken is aan het beheer dat zij op het gebied hebben losgelaten wordt angstvallig maar niet genoemd.
Nee, de natuurbeschermers pur sang, zoals zij zich voordoen hebben al hun energie gestoken in het terugkrijgen van de grutto in het gebied. Een vogelsoort die in het verleden sporadisch in het gebied broedde en met de komst van Veldzorg ook volledig uit het oog verloren is geraakt. Nu willen ze met een weidemolen het beestje weer lokken en uitnodigen om daar te broeden en is het Oosterdel is nu opgesierd met een weidemolen. Nu horen weidemolens volgens mij gewoon in een weidegebied thuis en niet in een tuinbouwgebied, maar goed het ding is geplaatst en het past, als je de historische kennis van voorzitter Arkesteijn over het Oosterdelgebied zo af en toe moet aanhoren, volledig in de ontwikkeling die het gebied in de afgelopen achthonderd jaar heeft doorlopen. En er staat dan ook wel wat!
Volgens het jaarverslag ontbreekt nog één bepaald ding om hem in werking te kunnen zetten, maar dan gaan ze een stuk grond tegen de Oosterdijk natmaken. Hoe? Het zal erop neer komen dat ze gods water over gods akker zullen laten lopen, want een dijkje rondom de akker lijkt niet nodig om het water vast te houden. De kans dat er een grutto komt die daarin stinkt lijkt me vreemd, want het stuk grond is voor de vossen, zonder ontheffing, heel gemakkelijk te bereiken. Dat het Oosterdelgebied ondertussen, zonder hulp van de weidemolen, overspoelt is geraakt door de woelrat heeft te maken met het feit dat door het ‘beheer’ van Veldzorg het territorium van de Bruine Kiekendief zodanig onderhanden is genomen dat de twee broedparen die er altijd waren het veld hebben moeten ruimen.
Ja, en als je de natuurlijke vijanden verjaagt dan raakt het natuurlijke evenwicht uit balans. Dat je een grote groep vrijwilligers inzet om een rietgebied aan de noordoost kant, dat al jaren en jaren verruigd was, gaat opknappen zonder na te denken wat of er in dat gebied leeft geeft wel te denken. De roerdomp die daar al jaren zat en die nog met veel trots vijftien jaar geleden door Veldzorg op een poster werd getoond is sinds dat moment ook verdwenen.
Een bij uitstek bekende natuurkenner van het gebied vertelde me recent dat door die werkwijze en ook tegen zijn advies in de zuidoosthoek van het Oosterdel een rietberging is geruimd waar al jaren bunzings onder gehuisvest waren.
Het komt er in zijn algemeenheid op neer dat om de kosten van herstel van dat gebied voor de gemeente Dijk en Waard niet al te hoog op te laten lopen ze er goed aan zouden doen om de huidige eigenaar te onteigenen en zijn beheerder te ontslaan. Laten ze zich maar gaan toeleggen op zalenverhuur, want daar hoor je over het algemeen geen klachten van.
Kunnen ze beschut hun VVD-slagroomtaartje opeten en kunnen ze tijdens het broedseizoen niet meer met hun maaibootje door de sloten scheuren.