Twee eeuwen Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM)

Op 14 oktober 1824 vergaan er 17 schepen op de Nederlandse kust. Bij Huisduinen was het fregat ‘De Vreede’ in de problemen gekomen. Om een beeld te schetsen van die tijd; Het waren over het algemeen nog allemaal zeilschepen in die tijd en omdat Amsterdam toen alleen nog was te bereiken via de Zuiderzee, kwamen veel schepen via het Nieuwediep, Waddenzee en Zuiderzee.

Het zeegebied tussen Texel, Nieuwediep, Helder en Huisduinen was berucht. Veel bewoners leefden van de zeevaart. Zeilschepen hadden het vaak moeilijk om de geulen tussen de zandbanken te volgen en werden daarbij veelal geholpen door roeiers van Texel en de eerdergenoemde plaatsen. Zij maakten gebruik van jollen en ook Groenlandse sloepen, deze laatsten werden ook gebruikt bij de walvisvangst. Deze roeiers verzorgden, zes roeiers en een stuurman, met hun schuiten een soort van sleepdienst om de zeilschepen in vaarbaar water te houden en ze waren wat betreft het weer wel wat gewent. Op 14 oktober 1824 strandde het fregat ‘De Vreede’ en het liet zich aanzien dat het schip weldra kapotgeslagen zou zijn. Zeven mannen uit Huisduinen waagden het erop om met hun sloep het schip te bereiken. De sloep werd regelmatig door de zee teruggeslagen naar het strand en ze verspeelden daarbij veel roeiriemen waardoor ze ook genoodzaakt waren om terug te keren om nieuwe riemen op te halen. Bij de tweede poging lukte het hun om ‘De Vreede’ te bereiken en werden 11 mensen gered.

De kapitein, de stuurman en de bootsman waren nog op het schip aanwezig en werden bij de derde poging van boord gehaald. Het noodlot sloeg echter toe tijdens de terugtocht. De sloep werd overvallen door een grondzee en sloeg om. Van de zeven redders en de drie schipbreukelingen werd met veel moeite één roeier gered en de overige kwamen om in de golven.

Op 11 november 1824 werd de Noord- en Zuid-Hollandse Redding-Maatschappij opgericht op initiatief van Barend van Spreekens. Met vier medestanders nam hij het initiatief om geld in te zamelen voor de bouw van nieuwe reddingboten.

En vanaf dat moment heeft de organisatie altijd gedraaid op giften vanuit de bevolking en het bedrijfsleven. Wie de kranten uit de 19e eeuw leest en zeker de kranten die verschenen vanaf het moment dat er geen zegelgeld (soort belasting) voor verschuldigd was, de kranten werden daarna groter, kan lezen dat ook de kranten een bijdrage leverden aan de naamsbekendheid van de reddingsmaatschappij en de redders. De beschrijvingen van reddingen lieten zich vaak als een spannend verhaal lezen. Veel bewoners langs de kust en de Waddeneilanden leefden van en voor de zee. Twintig procent van de bevolking van Texel was in dienst van het loodswezen en elders langs de kust leefden velen van wat de zee had te bieden en aanspoelde.

Nieuwe reddingboot voor den Helder en Nieuwediep*

De Heldersche en Nieuwedieper Courant van 27 april 1864 maakt melding van een onlangs aangekomen reddingboot en dat geeft wel een aardig beeld hoe de KNZHRM veertig jaar na de oprichting zich tot een vaste waarde had opgewerkt. Ook wordt in het artikel nog eens benadrukt dat het belangrijk is dat de reddingmaatschappij financiële bijdragen ontvangt van het publiek iets dat tot op de dag van vandaag nog steeds heel belangrijk is.

Het artikel geeft wel een aardig tijdsbeeld en ik plaats hier de letterlijke tekst;

Dezer dagen heeft men achter de erven van het loodsgebouw alhier een aanvang gemaakt met de daarstelling van een gebouwtje tot berging van de onlangs aangekomen reddingboot, die voorloopig is geplaatst op ’s Rijks werf. Die boot is in de allereerste plaats bestemd om daarmede hulp te verleenen bij strandingen op de buitengronden der Texelsche zeegaten, en is daardoor te gemoet gekomen aan veler wenschen. De inspecteur over het loodswezen alhier is voorlopig belast met het beheer over dit nieuwe reddingsmiddel. Uit deze en ook andere maatregelen blijkt het, dat de verdienstelijke Noord- en Zuidhollandsche Redding-Maatschappij er ernstig op bedacht is meerdere uitbreiding te geven aan haar werkkring en voorzeker zal dit in ons vaderland, en bijzonder aan deze plaats, met groot genoegen worden vernomen. Zoo zal eerstdaags op iedere zeeplaats, waar reddingmiddelen door de Maatschappij geplaatst zijn, of nog zullen worden, commissiën van plaatselijk bestuur worden benoemd, waartoe zullen worden uitgenodigd mannen, die door hunne betrekking of stand in de maatschappij en door menschlievendheid zich onderscheiden en geacht kunnen worden, invloed uit te oefenen op hunne mede-kustbewoners.

Bij iedere reddingboot zal, op eene belooning van ƒ 60 ’s jaars, worden benoemd een bootsman, die onder het gezag der plaatselijke commissie, belast wordt met het behoorlijk beheer en de goede verzorging van de reddingsboot en onder wiens opzigt en bestuur de oefeningen en de pogingen tot redding moeten plaats hebben. Zoo mogelijk zullen er uit vrijwilligers vaste bemanningen worden aangesteld voor de verschillende reddingbooten der Maatschappij, en bestaat het voornemen om, minstens ieder vierendeel jaars, bij ruw weder en onstuimige zee, eene oefening met de boten te doen plaats hebben, welke oefeningen niet minder dan drie uren achtereen behooren te duren. Naarmate van de gelegenheid en het jaargetijde ontvangen de stuurder en de roeijers daarvoor ƒ 1 of ƒ 1,50. Gaat de boot tot het beproeven eener redding in zee, dan zal hare bemanning eene belooning in geld genieten, ten bedrage van ƒ 3 tot ƒ 10 per man, geregeld naarmate van den tijd daartoe aangewend, en van de gevorderde inspanning; zullende aan den bootsman of stuurder bovendien nog eene halve worden toegekend.

In buitengewone gevallen of bij reddingen, die bijzondere inspanning hebben gevorderd, waarbij de bemanning of enkelen daarvan hebben uitgemunt, worden er, even als vroeger , door het bestuur der Maatschappij extra premiën toegekend. Zij zullen bestaan uit:

a.        Een getuigschrift.

b.        Eene bronzen of zilveren medaille, waarop gegraveerd de naam van den redder van het schip en de datum waarop de redding heeft plaats gehad.

Eindelijk zal er eene belooning van ƒ 1 of ƒ 1,50 worden toegekend aan den persoon die het eerste berigt van het stranden of op de kust vervallen van een schip bij de commissie van plaatselijk bestuur komt aanbrengen. Men mag aannemen dat, naar mate de Redding-Maatschappij haar werkkring meer en meer uitbreidt en blijken van krachtig leven geeft, ook de algemeene belangstelling in deze zoo bijzonder nuttige en menschlievende zaak zeer zal toenemen. Deze belangstelling moge zich toonen door meerdere jaarlijksche bijdragen of giften in eens, tot aankoop van materiëel, want het is bekend dat de Maatschappij uit eigen middelen en de zoo even genoemde bijdragen en giften van belangstellenden, niet alleen moet voorzien in de daarstelling en het onderhoud de verschillende reddingsmiddelen, maar ook in de toekenning van een aanzienlijk bedrag aan premiën. Wenscht men dus, en wie doet dit niet, dat er hulp geboden wordt, aan de opvarenden van gestrande schepen, die te midden van het loeijen van den storm wanhopend de handen om redding uitstrekken naar de op het strand staande menigte, dan geve men zijn bijdrage bijtijds en steune alzoo eene zaak, die meer dan eenig andere mag staat maken op algemeene deelneming in een land als het onze, dat voornamelijk bloeit door de scheepvaart, en waarvan vele zonen verkeeren op die zelfde zee, uit welker toomeloos geweld het kan noodig zijn, ook hun leven te

Twee jaar later krijgt Nieuwediep de eerste zelfrichtende roeireddingboot. Het was een boot die met tien man moest worden geroeid. De ontwikkelingen in de scheepvaart hadden in die tijd niet stilgestaan en Nieuwediep had ook een aantal stoomsleepboten en de reddingboot werd in die tijd door een sleepboot dichtbij de strandingsplaats van een schip gebracht. De reddingboot was in Engeland gebouwd en ook IJmuiden had een soortgelijke reddingboot.

Twee honderd jaar later

Vandaag de dag worden er nog steeds reddingboten vervangen voor nieuwere typen en nog steeds wordt voor de financiering daarbij de hulp gevraagd van bedrijfsleven en particulieren. De KNRM dankt haar bestaan aan de steun van heel veel vrijwilligers en aan ‘redders aan de wal’, donateurs die jaarlijks een steentje bijdragen.

Binnenkort start de bouw van een nieuwe reddingboot voor reddingstation Wijk aan Zee en hieraan heeft de KNRM een heel bijzondere actie verbonden waar ik hier graag nader aandacht aan schenk. Op de nieuwe reddingboot hebben ze een plek gereserveerd voor 5000 extra namen, naast de bootnaam die wordt bepaald door de schenker van de boot. Het is bedoeld als een bijzonder en duurzaam eerbetoon aan mensen die geliefd en/of gemist worden. Als tegenprestatie vraagt de KNRM een eenmalige donatie van € 50,- per naam.

Zelf ben ik opgegroeid in een zeevarend gezin, mijn vader was gezagvoerder op de Kleine Handelsvaart, mijn broer ging naar zee en zelf ging ik zomers altijd zes weken met mijn vader mee op de houtvaart van Zweden/Finland naar Holland. Zelf heb ik maar net twee jaar gevaren voor ik aan de wal kwam en in het theater ben gaan werken. Veertien dagen nadat ik besloot om niet meer naar mijn boot terug te gaan, is deze bij Mennorca vergaan en kwamen negen van de dertien collegae om. Mijn vader is zijn hele leven, ook toen hij nog op zee zat, ‘redder aan de wal’ geweest en toen hij overleed heb ik zijn donatie overgenomen.

De actie van de KNRM rond de reddingboot van Wijk aan Zee sprak ons hier in huis zo aan dat als eerbetoon aan mijn vader, die in augustus 1964, tijdens zijn hondenwacht in de Oostzee een zinkend schip ontwaarde en bij de daaropvolgende actie vijf mensen redde, zijn naam te laten voortbestaan.

Ik kan het iedereen van harte aanbevelen.

Voor meer informatie en om direct iemand onvergetelijk te maken;

www.knrm.nl/onvergetelijk

Zelf heb ik ook een certificaat op mijn naam genomen , zodat ik in de toekomst samen met mijn vader weer naar zee ga.

* Den Helder was een naam die in de 19e eeuw nog niet bestond. Nieuwediep en den Helder waren de namen van de twee plaatsen.

Dit bericht heeft één reactie

  1. Stijn Derwig

    Je vader zou trots op je zijn. Zo’n mooi verhaal.

Geef een reactie