
In deze serie van zes delen over het Zuiderdel, waarvan iedere maand een aflevering wordt geplaatst, sta ik stil bij de ontwikkelingen in en rond het Zuiderdel, want zonder Zuiderdel had Broek op Langedijk nooit de ruimte gehad voor een spooremplacement en een station, zou de N.V. Zuiderdel nooit op het Zuiderdel gevestigd zijn en ook de Smith’s Potato Crisps, Koelhuis Gebr. Kloosterboer, Scheepswerf Bak en Van den Heerik transport de ruimte hebben gehad om te ondernemen.
De Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij (H.IJ.S.M.)
Bijna twee jaar later blijkt er hoop te gloren aan de horizon als de Holl. IJz. Spoorwegmij. de gemeente laat weten de toevoerlijn aan te leggen en te exploiteren tegen een garantie van ƒ 4.000 voor het aanleggen van de spoorlijn en ƒ 3.000 voor de kosten van exploitatie, samen jaarlijks ƒ 7.000
Dat was voor Broek op Langedijk een veel te hoog bedrag, maar een bijeenkomst op zaterdag 10 februari 1900 in Alkmaar met belanghebbende gemeenten en polderbesturen bracht uitkomst. De gemeenten en polders van Broek en Pancras stonden elk garant voor ƒ 1.000, samen ƒ 4.000. De polderdistricten Zuidscharwoude, Koedijk en Warmenhuizen gingen ieder voor ƒ 1000 mee en zo kwamen ze op een garantstelling van ƒ 7.000 per jaar.
Op donderdag 15 februari 1900 ging de gemeenteraad van Broek op Langedijk akkoord.
Garantstelling herzien
In de raadsvergadering van 28 februari 1900 blijkt dat binnen enkele polderbesturen niet iedereen instemt met de in Alkmaar opgestelde verdeelsleutel. Onder agendapunt 5 wordt daarover in een geheime zitting van de Broeker raad gesproken. In de notulen staat daarover; “De Voorz. doet nadere mededeelingen betreffende het spoorwegplan, waaruit zich een breedvoerige gedachtenwisseling ontspint en waaruit blijkt, dat het noodig kan worden dat de gemeenten en polders van Broek en Pancras, wegens onvoldoende deelneming van de omliggende gemeenten, de restant des rentegarantie voor zich te nemen. De Raad, de tot standkoming van de toevoerlijn in dit stadium noodig achtende stemt dit toe, en verklaart zich, zoo noodig hiertoe bereid.”
De raad besluit daarop; “Besluit onder goedkeuring van Heeren Gedeputeerde Staten van Noordholland in de bovengenoemde rentegarantie deel te nemen voor een bedrag als dat zal blijken noodig te zijn, mits de som van ƒ 1500- niet te boven gaande.”
Verkoop water Zuiderdel
Op donderdag 26 april 1900 onder punt 7 van de agenda wordt besloten het water van het Zuiderdel voor zoveel als noodzakelijk aan de Holl. IJz. Spoorwegmij. te verkopen tegen 5 ct per vierkante meter.
Op 24 januari 1901 heeft de Holl. IJz. Spoorwegmij. zijn plannen blijkbaar op papier en weet men hoeveel water zij van de gemeente Broek op Langedijk gaat afnemen en dat komt die dag in de raad aan de orde. In de vergadering blijkt er nog een gegadigde om water te kopen, namelijk de heer A. de Boer, van beroep jager en visser te Broek op Langedijk. Arie de Boer had een vooruitziende blik, want niet alleen de losplaats zorgde voor veel bedrijvigheid, maar ook het feit dat het station op het Zuiderdel werd geplaatst en er personenvervoer zou gaan plaatsvinden maakte het aantrekkelijk om een hotel-café-restaurant te bouwen. Vanaf de Dorpsstraat zou een dam worden gelegd tot aan het station en de losplaats en Arie de Boer had zijn oog laten vallen op een stuk water ten noorden van die dam. Zo kon het dat de gemeenteraad van Broek op Langedijk in haar vergadering van 24 januari 1901 het navolgende besluit nam; “Besluit onder goedkeuring af te staan,
1o Aan de Directie der Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij te Amsterdam, den eigendom der gemeente, zijnde een gedeelte van het perceel water genaamd het Zuiderdel en daaraan grenzende tochtsloot te Broek op Langedijk bekend in Sectie B No. 1452 en no. 1418, waarvan de grootte nader te bepalen voor ƒ 0,05 de vierk. meter.
2o Aan A. de Boer van beroep jager en vischer te Broek o/L, den eigendom der gemeente, zijnde een gedeelte van het perceel water genaamd het Zuiderdel, bekend in Sectie B No. 1402, waarvan de grootte nader te bepalen, voor ƒ 0,05 de vierkante meter.
Onder de bepaling, dat de verkrijgers de kosten moeten betalen, vallende op de akte van overdracht en levering.”

Licht in de duisternis
De dijk naar het toekomstige rangeerterrein en het station waaraan ook hotel- café-restaurant Welgelegen werd gebouwd kwam in de raadsvergadering van 25 oktober 1901 aan de orde. Raadslid Balder deed in die vergadering het voorstel om op de dijk naar het station voor de veiligheid een paar lantarens te plaatsen. Met de hand op de knip achtte de raad één lantaarn meer dan voldoende, waartoe besloten werd.
Opening Toevoerlijn
Op 15 juni 1902 waren de werkzaamheden aan de ‘Toevoerlijn’ klaar en vertrokken de laatste grondwerkers. De ‘Toevoerlijn’ werd op 19 juni 1902 officieel onder grote belangstelling in gebruik genomen. De Schager Courant van 22 juni 1902 doet daar uitgebreid verslag van: “_ Donderdag l.l.(19 juni 1902), des voormiddags te half twaalf, hadden zich in het lokaal van den heer P. Vet te BROEK OP LANEDIJK een groot aantal genoodigden vereenigd, ter feestelijke opening van de Toevoerlijn naar de Holl. Spoor.

Onder de genoodigden bevonden zich de heeren Van Hasselt, Geleg. Lid van den Raad van Administratie, en een drietal heeren ingenieurs van de H.IJ.S.M., Mr. E. Fokker, lid der Tweede Kamer, de burgemeesters der gemeenten Broek op Langedijk, St. Pankras, Zuid-Scharwoude en Koedijk, verschillende polder- en gemeentebesturen, eenige groentehandelaren, de aannemer der lijn (de heer De Groot) en nog enkele beambten der H.IJ.S.M.
Door den Voorz. der feestcommissie, den heer C. Wagenaar, werden de gasten verwelkomd. De heer W. gaf uiting aan de groote vreugde, die in de geheele streek heerscht, nu de zoo lang gewenschte “Toevoerlijn” zal geopend worden, waaraan zulk eene groote behoefte bestaat, aangezien de verkeersmiddelen voor de groenteverzending onvoldoende waren.
De Burgemeester van Broek op Langedijk, de heer A. Slot, nam hierop het woord en verklaart, dat dit een der schoonste dagen zijns leven is, en dat zijn hart met blijdschap is vervuld. In navolging van de woorden van Vondel, (Centraal-Station te Amsterdam):
“Aan d’Amstel en ’t Y daar ligt zij heerlijk open,
Zij, die als keizerin de kroon draagt van Europe,”
zegt Spr.;
“Aan Melksloot en aan Del, daar ligt zij heerlijk open,
Onz’ wensch, de Toevoerlijn, de kroon van ’t werk en ’t hopen”.
De heer Van Hasselt (raad van administratie) verklaart met genoegen, het laden van den eersten waggon met wortelen op de Toevoerlijn te hebben gezien. Wel wist de spreker, dat de belangstelling in deze lijn groot was, doch zoo groot als die blijkens de feestelijke stemming is, had hij die niet verwacht. Het is een werk, zegt de geachte spreker, dat door vereende krachten van belanghebbenden is tot stand gebracht, in herinnering brengende, dat, wie zichzelf helpt, zich ’t best helpt. Hij spreekt de hoop uit, dat deze lijn eene der bloeiendste lijnen mag worden; dat de groentenverzending zoodanig mag toenemen, dat niet alleen de garandeerende gemeenten en polders niets behoeven bij te passen, maar dat er een tijd kome, dat de vracht voor een waggon van ƒ 2,50 (den volgens contract vastgestelden prijs) tot ƒ 1,25 kan worden teruggebracht.
Hierop begaven de genoodigden zich onder begeleiding van de muziek van vijf fanfarecorpsen en gevolgd door ene groote schare belangstellenden, naar de laadplaats in het Zuiderdeel. Alles had hier een feestelijk aanzien; bijna geen huis, waarvan niet de driekleur wapperde. Op de lijn stond een fraaie eerepoort met: “Hulde aan Handel en Landbouw, leve de Toevoerlijn, 19 juni 1902”, terwijl behalve het grootte aantal voetgangers, zich wel een honderdtal schuiten met belangstellenden en nieuwsgierigen hierheen hadden begeven, om getuige te zijn van het afrijden van de eerste waggons met groenten.
Door den heer Van Hasselt werd hier een openingswoord gesproken, waarbij hulde werd gebracht aan de heeren A. Slot en L. van de Vijzel, Burgemeesters van Broek op Langendijk en St. Pancras, voor hun energiek optreden, wijzende op het groote aantal conferenties, welke voor de tot-stand-koming zijn noodig geweest, en de teleurstellingen, welke dikwijls werden ondervonden. De heer Mr. E. Fokker is ook zeer verheugd met de nieuwe lijn en is dubbel verheugd, nu deze het resultaat is van de inspanning van eigen krachten. Hij hoopt, dat de schoone zomerdag een gunstig voorteeken moge zijn van den bloei, welke deze nijvere streek staat te wachten.
De heer Van de Vijzel, Burgemeester van St.Pancras, hoewel gevoelig voor de hulde aan hem en zijn collega van Broek op Langedijk gebracht, verklaart, dat zonder de zeer gewaardeerde hulp van den heer Mr. J.P.Kraakman te Alkmaar, die door ongesteldheid verhinderd is aan de fesstviering deel te nemen, de zaak niet zoo spoedig tot een goed einde zou zijn gebracht en brengt dezen daarvoor hulde.
Door den heer Kroon, Burgemeester van Zuid-Scharwoude, wordt dankbaar herdacht de ijver, door onzen Afgevaardigde, den heer Fokker, aan den dag gelegd, voor wien geen moeite te veel was, waar het gold de bevordering van de tot-stand-koming der Toevoerlijn.
De heer A. Nobel van St. Pancras huldigt namens de akkerbouwers de Directie der H.IJ.S.M. voor hare medewerking. Wel, zegt Spr. is deze “Toevoerlijn” (door hem liever “Afvoerlijn” genoemd), eene kleinigheid in vergelijking van het spoorwegnet der H.IJ.S.M., doch voor den Langedijker landbouw en handel is zij van onschatbare waarde. De groentehandel van den Langedijk toch is een wereldhandel; de groenten van deze streek worden vervoerd ver ’t buitenland in en vinden in half Europa een afzetgebied. De spreker doet een beroep op de welwillendheid der Directie en hoopt, dat deze ook in de toekomst handel en landbouw van deze streek ter wille mag zijn.
Hierop vertrekt de eerste met groenten geladen trein langs de nieuwe lijn, onder ’t gejuich der menigte. De genoodigden begeven zich thans weder naar de feestzaal, waar door den heer A. Dirkmaat van Broek op Langedijk nog vele waardeerende worden gesproken, in ’t bijzonder ten opzichte van de heeren: Van de Vijzel, Slot, Fokker en Kraakman.
De heer Fokker spreekt den wensch uit, dat de Langedijker bouwers den noodigen lust en kracht mogen bezitten om thans weer nieuwe wenschen en idealen na te jagen; eene schoone toekomst kan dan deze streek nog beleven. Wel vertoonen zich nu en dan donkere stippen aan den horizon en is dit ook nu weer het geval met de Duitsche toltarieven, doch eischen van de voorstanders daarvan zijn zoo hoog opgevoerd, dat sprekervertrouwt, dat zij geen succes zullen hebben en dat deze voor den groentebouwer zoo donkere wolk wel zal afdrijven.
Door den heer A. Slot, Burgemeester van Broek, worden hierop zeer interessante uit oude bronnen opgediepte mededeelingen gedaan, aangaande de geschiedenis van den groentebouw aan den Langedijk, waaruit blijkt, dat drie eeuwen geleden hier de akkerbouw reeds een belangrijk middel van bestaan was.
Door de heeren C. Bak en A. Nobel wordt nog herdacht den heer T.J. Kuipers, vroeger Hoofd der School te Broek op Langedijk, die het plan voor de Toevoerlijn, nagenoeg precies zoals het thans is uitgevoerd, eenige jaren geleden reeds heeft ontworpen.
Nog lang zaten de feestvierenden gezellig bijeen; nog menige toast werd uitgebracht, allen, die eenig aandeel hadden in de totstandkoming der Toevoerlijn, werden herdacht; doch geen einde kwam haast aan ’t toasten op de heeren Slot, Van de Vijzel, Fokker en Kraakman.
Nadat op voorstel van den heer S. Duif van St. Pancras, nog een dronk was gewijd aan H.M. de Koningin, werd de feestelijke bijeenkomst door den heer D. Wagenaar, penningmeester der feestcommissie, gesloten.
Op de verschillende dorpen werd des avonds het feest voortgezet.
Te Broek op Langedijk werd o.a. nog met lampions een fietsoptocht gehouden.
Het was een schoone dag voor den Langedijk, die jaren lang in aangename herinnering zal blijven bij de bewoners dezer streek, die getoond hebben, wat een volhardend streven vermag, maar ook, dat zij op eene aangename en waardige wijze weten feest te vieren en hun groote mannen weten te eeren.”