“Ex nihilo nihil fit” Deel 6 van 6.

Een nieuwe eeuw, het oude liedje.

Met de verkiezingen van 2002 in het verschiet, schatten D66 en Langedijker Belang hun kansen op het pluche blijkbaar niet erg hoog in en komen tot de conclusie dat het misschien wel beter is om onder een nieuwe wimpel hun billen ouderwets op het pluche te krijgen en richten Hart voor Langedijk/D66 (HvL/D66) op. Dat bleek een goede gok te zijn, want zij werden met 24.8% van de stemmen de grootste partij. Nico Emmer de aanvoerder in de coalitie-onderhandelingen namens Hart voor Langedijk/D66, die zichzelf al op een wethouderszetel zag zitten, overspeelde blijkbaar zijn hand. Hans de Graaf (D66) werd door CDA, VVD en PvdA gezien als een betere kandidaat en Emmer restte slechts het fractievoorzitterschap. 

De relatie tussen de fractie van HvL/D66 en wethouder De Graaf heeft vanaf het begin onder druk gestaan. Door de invoering van het dualisme, waardoor de wethouder geen deel meer van de fractie uitmaakte, was het voor de fractieleden een vernieuwing die ze blijkbaar een stap te ver vonden gaan.

Wel was het zo dat er regelmatig tussen fractievoorzitters en wethouders een werkoverleg was, maar bij HvL/D66 was er na verloop van tijd nog maar weinig sprake van regulier overleg. Op het eind van de rit was dit ook heel duidelijk in de gemeenteraad te zien toen wethouder De Graaf de herinrichting van de Voorburggracht, na uitvoerige inspraak van de inwoners en bespreking in de commissie verkeer in de raad ter besluitvorming inbracht. Staande die vergadering presenteerde HvL/D66 een geheel eigen plan gebaseerd op het LARGAS-principe. Het maakte in ieder geval wel duidelijk dat de hazen met een Langedijker Belang verleden nog steeds richtingloos in de Langedijker raad zaten. Op de publieke tribune bestempelden we hun inbreng als het LACHGAS-principe. Al met al moest het voorstel, dat eindelijk eens een keer met inspraak vooraf met de inwoners tot stand was gekomen, van tafel en konden de ambtenaren hun werk weer opnieuw gaan doen.

Twuyverhoek.

Op 6 april 2004 besluit de gemeenteraad van Langedijk een onderzoekscommissie in te stellen na geruchten over niet integer gedrag rond de aanbesteding van de Twuyverhoek.

Op basis van het aangenomen initiatiefvoorstel van GroenLinks inclusief de aangenomen

amendementen van de fracties van de ChristenUnie en het CDA heeft de

onderzoekscommissie de volgende opdracht meegekregen om te onderzoeken:

1. de integriteit van het door het college gevoerde bestuur vanaf 1998 tot heden naar

aanleiding van een gedraging van een lid van het college en een ambtenaar gedurende

een onderhandelingsproces van opdrachten aan bouwbedrijven in het kader van de

Twuyverhoek, waardoor betrokkenen zich in een positie hebben gebracht, waarin zij

kwetsbaar waren voor beïnvloeding (GroenLinks);

2. de procedure rond de selectie van de bouwondernemingen van de nieuwbouwwijk

Twuvyverhoek en de daarbij mogelijk gepleegde laakbare handelingen

(ChristenUnie);

3. de integriteit van het door het college gevoerde bestuur vanaf 1998 naar aanleiding

van de geruchtenstroom, die als gevolg van punt 1 op gang is gekomen. In het

bijzonder gaat het hierbij dan om een onderzoek naar mogelijke andere aanwijzingen

van ongewenst gedrag op het terrein van de integriteit van het bestuur (GroenLinks).

Deze geruchtenstroom kan van binnen de organisatie zijn, maar ook van de bevolking

of andere derden (GroenLinks);

4. Indien onderzoek 3 een positief resultaat oplevert, dient onderzocht te worden welke

functionarissen daarbij betrokken zijn geweest en wat de gevolgen waren van het ongewenste gedrag (GroenLinks).

Wat was het geval?

In 2004 zou de woningbouw in de Twuyverhoek van Sint Pancras worden aanbesteed. In 2003 had de gemeente een nieuw aanbestedingsbeleid opgesteld, maar er werd getwijfeld aan het feit of dat bij de Twuyverhoek wel was nageleefd.

De directeur van de woningbouwvereniging uit Sint Pancras had op 15 februari 2004, voordat de officiële aanbesteding zou plaatsvinden, wethouder Swager (VVD)  en hoofd Grondgebiedszaken de heer De Vos zien zitten op een busines seat/skybox van Hein Schilder Bouwbedrijf (HSB) op de tribune bij voetbalclub Volendam. Dat had hem zeer bevreemd en hij vroeg of Schaduwrijk Langedijk dat wereldkundig wilde maken. Dat was ook op zich geen enkel punt ware het niet dat dit niet kon gebeuren onder de vermelding van de naam van degene die dat had waargenomen. Als ik het met eigen ogen had gezien dan was het wat anders geweest.

De man was bang dat met het bekend worden van zijn naam hij door de gemeente in de toekomst zou kunnen worden tegengewerkt. Alsof er een politiek schrikbewind aan de macht was in Langedijk. Het leek dan ook niet verstandig om coalitiepartijen met die kennis te benaderen, zodat ik de informatie uiteindelijk deelde met Irma Schrijver van GroenLinks. Zij had inmiddels van verschillende kanten ook andere informatie gekregen over het aanbestedingsproces zoals dat in de Langedijker praktijk gangbaar bleek te zijn en zij kwam uiteindelijk met het initiatiefvoorstel van 6 april 2004. Er werd een onderzoeksbureau ‘Bureau BOI’ opgezet om nader onderzoek te doen om het werk van de onderzoekscommissie te ondersteunen. Voor deze werkzaamheden werd door de gemeenteraad een budget beschikbaar gesteld van € 50.000, maar dat bleek al snel aan de lage kant te zijn zodat het werd verhoogd naar € 75.000.

Er was nogal wat mis op het gemeentehuis bleek tijdens het onderzoek. Een getuige van de afdeling Nieuwe Werken verklaarde in een getuigenverhoor op 16 december 2005 onder andere dat wat betreft de aanbesteding van werken in 35%, de aanbesteding van leveringen in 37% en de aanbesteding van diensten in 33% van de gevallen niet conform het aanbestedingsbeleid 1997 werd gehandeld en dat deze afwijkingen niet ter goedkeuring zijn aangeboden aan het college.

Het voert te ver om het hele onderzoeksrapport te belichten, want wie “Bouwen zonder bijsmaak” nog wil nalezen, kan het nog altijd makkelijk op internet vinden. Om één voorbeeld van de ‘ouwejongens krentenbrood’-sfeer op het gemeentehuis met de daar aanwezige ambtenaren duidelijk te maken, geef ik hier onder het voorbeeld dat de heer Vos, hoofd sector Grondgebiedszaken, gaf over de omgang met lokale aannemers en hoe ook in dit geval een wethouder zich van haar beste ‘dienstverlenende taak’ liet zien:

De heer De Vos heeft verklaard dat op zeker moment een plaatselijke aannemer hem aansprak over een probleem dat de aannemer had met de kaveloppervlakte van zijn bouwplan. Hij wilde dit onderhands met de heer De Vos oplossen. De heer De Vos heeft toen aangegeven dat hij zo niet werkt en dat de aannemer zich net als iedere burger aan de procedures dient te houden. De aannemer moest derhalve een verzoek om een artikel 19 WRO-procedure indienen. De aannemer zei tegen de heer De Vos dat hij dit vreemd vond en dat hij dergelijke kwesties in het verleden altijd onderling regelde met de voorgangers van de heer De Vos (en wel de voorgangers van de heer Keuning). De aannemer heeft toen aangegeven het wel met de wethouder (in casu mevrouw Manschot) te regelen. De heer De Vos verklaart dat hij toen direct contact heeft opgenomen met de burgemeester (de heer Bulte) en de gemeentesecretaris (de heer Gijtenbeek) en dit voorval aan hen heeft gemeld en heeft aangegeven dat zijn grens hier lag en niet verder. De heer De Vos vroeg om steun en kreeg die ook van de burgemeester en de gemeentesecretaris. De heer De Vos heeft voorts verklaard dat vervolgens binnen een uur mevrouw Manschot, wethouder van Openbare werken, Verkeer en Volkshuisvesting bij de gemeentesecretaris en de burgemeester is binnengelopen met het verzoek om in te stemmen met de wens van de betreffende aannemer. De gemeentesecretaris heeft de heer De Vos nadien verteld dat dergelijke verzoeken in het vervolg niet meer onderhands zouden worden gehonoreerd, maar dat de formele weg daarvoor dient te worden gevolgd. Vervolgens is de aannemer conform de procedures bij de heer De Vos gekomen en is zijn verzoek op de formele voorgeschreven weg behandeld. De heer De Vos heeft verklaard dat van de meeste plaatselijke aannemers soortgelijke voorbeelden van informele verzoeken zijn te noemen. Hij heeft verklaard nooit toegegeven te hebben aan dergelijke verzoeken met als gevolg dat de relatie met de plaatselijke aannemers onder druk stond.(Citaat uit onderzoeksrapport.)

Mevrouw Manschot heeft in haar interview met Bureau BOI in het kader van het vooronderzoek verklaard dat zij zich niets daarvan kan herinneren en zich daarover ook niets kan voorstellen. Zij heeft voorts verklaard dat zij niet weet wat de heer De Vos bedoelt en dat zij nooit met dergelijke verzoeken door aannemers werd benaderd. Artikel 19 WRO aanvragen behoorden tot de portefeuille van de heer Swager. (Citaat uit onderzoeksrapport.)

Het onderzoek toonde in ieder geval aan dat de gemeentesecretaris een flinke vinger in de pap had om van dertig geselecteerde partijen (bouwondernemingen) naar zes marktpartijen daar de Bouwcombinatie Langedijk in op te nemen. Het College zei daarover in het geheel niet gekend te zijn geweest.

Vanwege het feit dat de woningbouwcorporaties een preferente positie voor een derde deel van het bouwvolume van het project Twuyverhoek hadden gekregen, waren zij marktpartij geworden. Zodoende moesten er nog maar twee marktpartijen geselecteerd worden uit de zes kandidaten die uit de vorige selectie waren overgebleven te weten: Baas & Groen, de Bouwcombinatie Langedijk, J.M. Deurwaarder Bouwgroep, HSB Volendam, ING Vastgoed en Mulder Obdam. De tweede selectiecommissie was als volgt samengesteld: de heren Swager (wethouder), De Graaf (wethouder), De Vos (hoofd sector Grondgebiedszaken), Kuiper (hoofd van de sector Middelenbeheer), Veldhuizen (bureau SVP) en de Jong (bureau PAS).

De heer De Vos heeft net als bij de eerste selectiecommissie aangegeven dat hij een vriendschappelijke relatie onderhield met een van bovengenoemde marktpartijen (Baas & Groen). De stuurgroep Twuyverhoek heeft echter verzocht aan de heer De Vos toch zitting te nemen in de tweede selectiecommissie, omdat zij van mening is dat de deskundigheid van de heer De Vos niet kan worden gemist en zij verklaart vertrouwen te hebben dat de heer De Vos zich kritisch en onafhankelijk zal opstellen. Tevens is op verzoek van de stuurgroep Twuyverhoek de heer Swager toegetreden als lid van de tweede selectiecommissie, hoewel hij op 9 december 2003 uit de stuurgroep Twuyverhoek is gegaan. Dit is op dringend verzoek van het college geschied blijkens een schriftelijke verklaring van de heer De Jong van bureau PAS.

Het Twuyverboek dichtslaand.

De melding van het bezoek aan de voetbalwedstrijd kwam uit de hoek van de woningbouwcorporaties en lezende “Bouwen zonder bijsmaak” kan je wel begrijpen dat er van die hoek uit iets moet hebben geleefd om tot die stap te komen. De mening daarover van de heer Swager en de mening van de onderzoekscommissie verschillen nogal. De onderzoekscommissie komt in haar eindoordeel echter tot de conclusie dat er van een complot geen sprake is. De selectie van de marktpartijen Twuyverhoek is een samenloop van toevallige gebeurtenissen geweest. Waarmee je het amateuristische bestuur in ieder geval zonder enige schade kunt wegzetten. Wel had heer weer gevolgen voor de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van 2006.

Kleurloos Langedijk.

Uit onvrede over het Langedijker bestuur ontstond eind 2005 een nieuwe lokale partij in Langedijk; Kleurrijk Langedijk. Een partij met dezelfde beloftes aan de kiezer als al die andere partijen daarvoor. In de praktijk kwam het erop neer dat er geen goed programma was en de pluche-ambities niet onder deden voor die van de reguliere en lokale partijen daarvoor. Kleurrijk Langedijk werd met 5 zetels de grootste partij en HvL/D66 hield nog maar 2 zetels over. Kees Molenaar, Nico Emmer en Dirk Boonstra (lijsttrekker) verdwenen deels van het toneel.

Bij de coalitie-onderhandelingen werd de winnaar van de verkiezingen, Kleurrijk Langedijk, niet betrokken. CDA, PvdA, VVD en CU hadden hun les uit het verleden wel geleerd en Langedijk bleef een nieuw débacle bespaard. Zeker ook nadat onderzoeksbureau BING hen had ontraden om de beoogde CDA-wethouder, Jan Kramer, niet tot het college te laten toetreden.

Het lachertje van Kleurrijk Langedijk.

Eén van de mede-oprichters van Kleurrijk Langedijk begon eind 2009, wederom uit onvrede, onder de naam Dorpsbelang Langedijk een nieuwe lokale partij en haalde bij de verkiezingen van 3 maart 2010 drie zetels. Kleurrijk Langedijk werd net als in 2006 de grootste partij en was dit keer zo slim om de coalitie-onderhandelingen beter in te gaan dan vier jaar daarvoor. Ze hadden op basis van hun enorme kennis en ervaring ook al een briljante wethouder op het oog die als volleerd lintenknipper en receptieloper zijn functie zou kunnen vervullen. Er ontstond een College van Kleurrijk Langedijk, Hart voor Langedijk/D66, Dorpsbelang Langedijk en GroenLinks. Hoewel de samenstelling van dat college nog onder embargo was, wist de kandidaat van Kleurrijk Langedijk, die op de laatste dag van de Koolsail op 8 mei 2010, blijkbaar wat te diep in zijn sherryglaasje had gekeken, de kandidaten die naast hem plaats zouden nemen al bij naam te noemen. Een nieuwe Langedijker bestuurder die op voorhand zich al geheel had geconformeerd aan de Langedijker bestuurscultuur. Dat zou nog leuk worden. Hij heeft het tot september 2011 volgehouden, maar toen is het tot hem en zijn partijgenoten blijkbaar doorgedrongen dat voor het wethouderschap toch meer bagage nodig was dan het hanteren van een schaar of het heffen van een glas. Velen zullen het betreurd hebben dat de man verdween, want de raadvergaderingen waarin hij als portefeuillehouder moest optreden waren enorm vermakelijk. Hij was op die momenten een slecht sprekende buikspreekpop van zijn ambtenaren, omdat hij echt niet begreep wat hij van hen moest zeggen. Zelden is in de afgelopen 35 jaar het Langedijker bestuur zo in het zonnetje gezet door deze inbreng en keuze van Kleurrijk Langedijk (Annelies Kloosterboer).

Als opvolger koos Kleurrijk Langedijk uiteindelijk voor een wethouder die al jaren overtuigd was van zijn kunnen, maar die bij zijn partij de PvdA nog niet echt op juiste waarde werd ingeschat. Voor Frits Westerkamp, wie kent deze plucheplakker niet, was dit het begin van zijn lang lopende carrière als wethouder voor verschillende politieke partijen in verschillende gemeentes. Het gaat ook niet om de partij of de standpunten van een partij, het gaat uiteindelijk om de zetel waar je op kunt zitten bij het gros van de bestuurders. Je moet alleen wel voorzien zijn van een laagje teflon.

Hart voor Langedijk/D66 werkte net als Dorpsbelang Langedijk met een wethouder van buiten de gemeente en leverde de wethouder voor financiën. Nu stonden die financiën er in Langedijk al nooit goed voor al was het maar door afschrijving op de grondwaardes en de kosten van onderzoekbureaus en externen. Op het eind van de rit, 2014, was het er niet beter op geworden.

Verkiezingen 2014.

Na verlies van een zetel in 2010 verloor de club van ‘barre An’ Kloosterboer in 2014 nog weer een zetel. Het onvermogen van deze mevrouw en haar aanhang om na acht jaar iets te hebben geleerd van het politieke spel kwam nog weer eens duidelijk aan het licht toen zij achter de rug van de winnaar van de verkiezingen om een coalitie probeerde te smeden met Hart voor Langedijker, Dirk Boonstra. Dit spel kwam snel aan het licht en deze twee partijen zetten zichzelf daarmee volkomen buitenspel. Dorpsbelang Langedijk, VVD, CDA en PvdA vormden de nieuwe coalitie. De wethouder van Dorpsbelang Langedijk verwoordde de samenwerking met de VVD, die de wethoudersportefeuille van financiën kreeg als volgt: “Dankzij de VVD in de voorgaande gemeentebesturen staat Langedijk er wegens de afschrijvingen op de grondwaardes zo slecht voor dat ze nu hun rotzooi zelf mogen opruimen!” Achteraf blijkt het een volkomen juiste keuze te zijn geweest, al was het maar dat er eindelijk een wethouder zat die in staat was om op eenvoudige wijze uitleg te geven hoe het allemaal zat. Het wil niet zeggen dat alle raadsleden, als je hun holle-oogblik bezag het ook daadwerkelijk begrepen, maar de publieke tribune had er baat bij.

In de periode 2014 – 2018 werd ook steeds duidelijker dat Heerhugowaard en Langedijk zouden moeten samenvoegen. ‘Opclassificatie’ van het aantal inwoners zoals 20 jaar eerder nog wel kon door inwoners van je buurgemeente tijdelijk over te nemen om je salarissen op een hoger niveau te krijgen, zat er niet meer in. Langedijk was te klein en moest te vaak mensen van buiten inhuren om ingewikkelde kwesties te kunnen oplossen. De kosten die dat met zich brachten, begonnen steeds zwaarder te wegen. De CDA-wethouder, Bert Fintelman, kwam door de fusieplannen in problemen met zijn fractie en stapte op. Uiteindelijk was hij de eerste Langedijker bestuurder die met Heerhugowaard fuseerde toen hij kort daarop als wethouder in Heerhugowaard werd gevraagd. In Langedijk werd hij opgevolgd door de politieke kameleon en plucheplakker Gerard Rep. 

Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 stevent Langedijk af op een definitieve fusie met Heerhugowaard met op het pluche dit keer een wethouder van Hart voor Langedijk/D66 in de plaats van de CDA-plucheplakker Rep. De coalitie werd gevormd door PvdA, VVD, HvL/D66 en Dorpsbelang Langedijk en sukkelde met weinig spraakmakende ontwikkelingen richting de gemeenteraadsverkiezingen van de nieuwe gemeente Dijk en Waard. De samenstelling van de kieslijsten voor de verkiezingen van Dijk en Waard geven wel een aardig beeld van de pluchegeilheid der kandidaten. Gerard Rep, de hier eerdergenoemde politieke plucheplakker was het niet een met zijn plaats op de CDA lijst. Nadat hij in 2018 ook al niet weer tot wethouder werd herbenoemd, maakte een over stap naar de politieke glibbers van LokAal Dijk en Waard en met zijn nieuwe mede-partijgenoot Nils Langedijk bereikten zij het Dijk en Waardpluche. Ook veel kleurig blijk Fred Ruiten te zijn als wethouder namens PvdA, GroenLinks en ChristenUnie. Een andere van politieke kleur verschietende, van oorsprong CDA-er, is Jan Kramer. Ooit in Langedijk te licht gevonden om in 2006 voor het CDA-wethouder te worden, voor het CDA lid geweest van de provinciale staten, op de CDA-lijst gestaan voor de Tweede Kamer, verkozen tot lid van het Waterschap en voor Dijk en Waard toegetreden tot de fractie van DOP. Inmiddels ook alweer aangeschoven bij een andere partij (BBB) om mee te doen aan de verkiezingen voor de provinciale staten. Hoe zetel geil en geloofwaardig ben je dan wel niet? Wat te denken van de partijen waar hij de kiezer zegt te vertegenwoordigen? En wat te denken van een gemeentelijke partij die ‘onafhankelijkheid’ zegt te propageren.

Datzelfde geldt ook voor de geloofwaardigheid van Kleurrijk Langedijk, Hart voor Langedijk/D66 en Dorpsbelang Langedijk die na jaren zogenaamd ieder voor zich de belangen voor de Langedijkers vertegenwoordigden op ieder zijn/haar eigen politieke identiteit en moeiteloos voor Dijk en Waard samensmolten.

Kleurloos Dijk en Waard.

Wie de gemeentelijke site van Dijk en Waard bezoekt en de foto’s van College en raadsleden aanklikt wordt wel heel erg duidelijk gemaakt dat, samen wat hierboven ook al eerder werd beschreven, het vertrouwen in politiek en bestuur er niet op vooruit is gegaan of zal verbeteren. De foto’s van college en raadsleden laten duidelijk zien dat hier op geen enkele manier sprake is van enige diversiteit in vertegenwoordigers van de inwoners van Dijk en Waard. Als dat wel zo zou zijn geweest dan zouden er foto’s te zien zijn die een doorsnee vertoonde van de bevolking van Dijk en Waard. Je kunt op alle politieke partijen in Dijk en Waard gerust de sticker PVV/FvD plakken, want het ontbreekt ze bijna allemaal aan leden met een immigratieachtergrond. Als er dan één partij is die dat wel naar buiten brengt (PvdA) dan is er toch wel een ander fractielid die daar binnen een jaar uitstapt, blijkbaar is zij op persoonlijke titel FvD lid geworden. (Feenstra voor Democratie?).

Niemand van college of gemeenteraad die zich er iets van aantrekt, want het draait uiteindelijk bij hen allen om POEB (Puur ons eigen belang). 

Wat betreft de toekomst; “Ex nihilo nihil fit” ofwel “UIT NIETS ONTSTAAT NIETS”.

Geef een antwoord