Technische vraag op 17 juni 2014; “Ik ben nog in afwachting van de toegezegde beantwoording van de bij het forum op 28 mei over het principeverzoek door ons gestelde vragen.”
Antwoord; “Zie memo d.d. 3 juni 2014, door de griffie ontvangen en verzonden 13 juni 2014.”
Na het eerste jaar van de nieuwe raad is het altijd goed om de balans op te maken. Wat heeft de raad dit afgelopen jaar gepresteerd? Ik hou daarvoor sinds een jaar een aantal lijstjes bij. Recentelijk resulteerde dat in mijn artikel over het ‘Artikel 40 vragen festival’ en ik wil nu stil staan bij de technische vragen die de raadsleden en burgerraadsleden stellen in de fora over te behandelen raadsvoorstellen, ingekomen stukken e.d. Eén van die technische vragen viel me bij nalezing op. Het betreft een technische vraag van fractievoorzitter Klaas Zwart van GroenLinks gesteld op 17 juni 2014 en de vraag luidde: “Ik ben nog in afwachting van de toegezegde beantwoording van de bij het forum op 28 mei over het principeverzoek door ons gestelde vragen.” Het antwoord laat wel heel erg duidelijk zien dat in dit geval fractievoorzitter Klaas Zwart, maar het geldt voor veel raadsleden, zijn stukken niet goed leest. Het antwoord was namelijk: “Zie memo d.d. 3 juni 2014, door de griffie ontvangen en verzonden 13 juni 2014.” Drie dagen voor Zwart zijn vraag stelde, was het antwoord bij hem binnen! Dat zegt wel wat over de wijze van werken en de kwaliteiten van de heer Zwart en zijn club.
Oordeel over de vragen niet gewenst.
Nu mag men zich van de heer Zwart over de kwaliteiten van raadsleden niet uitlaten. In het presidium van 13 april j.l. liet hij zich daarover heel duidelijk horen en kennen. Het is best aardig om dat eens na te luisteren (het geluidsfragment kan het beste beluisterd worden vanaf 85’.30” als Boonstra met zijn voorzet begint). Mevrouw Swager interrumpeert Boonstra met het volgende; “Mag ik daar iets op zeggen. Ik denk niet dat je aan de hand van de technische vragen kan oordelen of een raadsvoorstel al dan niet goed is. Eh . . als ik kijk naar de kwaliteit van de technische vragen . . . .Soms.”
Klaas Zwart spreekt in zijn algemeenheid over raadsleden, maar het moge duidelijk zijn dat hij zich hier persoonlijk aangesproken voelt.
Zwart: “Voorzitter en ik eindig de vergadering. Het presidium is hier niet om oordelen te hebben over de functioneren van raadsleden en dat werd net wel gedaan zonder dat het tegen gesproken was. Dank u wel.” En dan ontrolt er zich een botsing met voorzitter Cornelisse en Zwart. Een botsing die al eerder in de vergadering in de lucht leek te hangen in wat Zwart zo af en toe opmerkte.
Cornelisse: “Jammer mijnheer Zwart.”
Zwart: “ Ik vind dit echt te schandalig voor woorden en u laat weer een kans om voorzitter te spelen voorbijgaan. Er wordt hier een oordeel gegeven in de discussie over raadsleden.” (?) “En ik vind het schandalig dat zelfs op het moment dat u gewaarschuwd wordt en terugtreed. En inderdaad om een schorsing vraagt.”
Cornelisse: “Mijnheer Zwart ik denk dat u de onderlinge verhoudingen niet goed inschat.”
Zwart: “Ik zal een klacht indienen bij de Commissaris van de Koning. Cornelisse: “Mijnheer Zwart dan van mijn kant een heel duidelijk oordeel. Als er iemand is in deze vergadering die vaak met oordelen werkt dan bent u het ook. En nou wordt er iets door iemand gezegd een vrij . . . .” Opvallend hierop interrumperend was de steun die Tante Annie Kloosterboer van Kleurloos Langedijk aan Zwart gaf en die de voorzitter toebeet: “Nou oordeelt u weer. Denk erom nu moet u stoppen.” Waarom ‘Tante Annie fractievoorzitter Zwart bijviel, is niet op te maken uit het geluidsverslag, dat ze problemen heeft met tellen werd wel duidelijk met haar opmerking; “Nou oordeelt u weer!” Cornelisse: “Ik vind het jammer dat u weggaat” waarop hij de vergadering schort.
Wat zijn die technische vragen nu precies?
Laat ik stellen dat veel ‘technische’ vragen ook vaak verwijzingen zijn op taalkundige fouten die in de aangeboden stukken staan. Op dat punt valt er op de Vroedschap nog wel het een en ander te verbeteren. Verder zijn het vragen om duidelijk inzicht te krijgen in het voorliggende stuk. Maar soms zijn het ook vragen dat je jezelf afvraagt wat de zin van de vraagstelling is. De raad stelt namelijk de kaders vast waarbinnen het College kan handelen. Nu kan je die kaders links- of rechtsom invullen, maar dat je dat dan nog in technische vragen moet doen om aan te geven dat je het liever de andere kant om had gewild. Dat lijkt me meer iets om in een politiek debat te doen, maar politiekdebat is al heel lang geleden uit het Langedijker politieke leven verdwenen. De huidige raad heeft geen enkele weet van wat of dat is. Een technische vraag zou ook invulling kunnen geven aan de controlerende taak van de raad, maar ook in die categorie zie je zelden vragen. In de Langedijker praktijk komt het er veelal op neer dat er weinig ter zake kundige vragen worden gesteld en als er vragen zijn je rustig kunt stellen dat ze gesteld worden om te laten zien dat je ‘zogenaamd’ zo in de materie bent gedoken dat het is alsof je het begrijpt. Technische vragen moet uiterlijk de donderdag voorafgaand aan de forumavond om 12:00 uur worden ingediend. Vervolgens worden ze uitgezet op de afdelingen en krijgen de fracties maandags laat in de middag voorafgaand aan de forumavond de beantwoording. Er zit een behoorlijke tijdsdruk op de gemeentelijke organisatie om die vragen tijdig te beantwoorden. Er zijn dus heel wat mensen betrokken bij het beantwoorden van al deze voor, zover ik ze heb gelezen , het merendeel onzin vragen.
Kosten van deze vragen.
Ik heb onlangs begrepen dat voor het afhandelen van de technische vragen op jaarbasis er ongeveer twee fulltime medewerkers (2 fte) mee bezig zijn. Dat zijn beleidsambtenaren en dan spreek je al snel over plm. 60.000 euro per persoon. De kantoorkosten daar dan niet eens bij opgeteld, kom je op € 120.000,00 voor de in het afgelopen jaar 1174 gestelde technische vragen. Dat komt neer aan kosten per vraag/beantwoording van € 102,21 Nu mag democratie wel wat kosten vind ik, maar ‘democratische’ partijen en hun raadsleden zouden zich toch ook eens achter de oren moeten krabben over de kosten die er aan hen kleven, hoever men daar in gaat en of er geen verbeteringen zijn te bedenken. In de afgelopen raadsvergadering liet wethouder Bert Fintelman zich ook al enigszins in die richting uit. Aan het eind van zijn antwoord op gezamenlijke Art. 40-vragen van GroenLinks, Hard voor Langedijk/D66 en Kleurloos Langedijk zei hij: ”Daarbij ook nog een oproep van onze kant om bij sommige vragen, gezien het vrij makkelijk te herleiden antwoord. In een aantal gevallen toch ook te kiezen voor een telefoontje of directe vraag vooraf, omdat je daarmee kunt voorkomen dat je zaken soms bepaalde sentimenten gaan oproepen. Een zwaardere rol gaan spelen of via de mediacommunicatie gaat plaats vinden. Terwijl het op een andere manier voorkomen had kunnen worden. We denken hiermee de antwoorden gegeven te hebben.” Fintelman verwoord hier eigenlijk het gevoel dat mij ook iedere keer weer bekruipt bij het lezen van veel van die vragen, maar voor een kort telefonisch overleg zoals hij dat voorstelt, hebben ze op De Vroedschap zelf een dam opgeworpen. Kon je vroeger de burgemeester nog bellen op zijn doorkiesnummer 334601, met het blokkeren van die nummers kom je van buiten altijd binnen bij de telefoniste. Dat zou voor veel mensen vaak een belemmering kunnen zijn om eerst te bellen alvorens een technische vraag in te dienen. Verder is bekend dat ‘Tante Annie’ Kloosterboer van Kleurloos Langedijk er prat op gaat dat zij veel vragen stellen, want dan kan je laten zien dat je actief bent. Als het op geld uitgeven van de burgers aankomt loopt ‘Tante Annie” graag voorop, want zo is ze ook actief bij het organiseren van het raadsuitje. Dat is een feestje van de raadsleden op kosten van de inwoners elk jaar voor het zomerreces. Dus als inwoners rekenen op raadsleden die zuinig met gemeenschapsgeld omgaan dan hoeven ze wat dat betreft niet te rekenen op de partij van Tante Annie.
Hoe de vragen te beperken en de zinvolle vragen over te houden?
Partijen zouden op dat punt eens met elkaar om tafel moeten gaan zitten om te zien of er oplossingen zijn te bedenken. Kans is op zich klein dat dergelijk overleg iets zou opleveren, maar niet geschoten is altijd mis. Wat bij de technische vragen opvalt is dat 85% van de vragen worden gesteld door de oppositie partijen. Wat in het verlengde van deze vragen opvalt is dat veel van die vragen de pers weten te halen. De oppositie partijen sturen hun vragen veelal in kopie door aan de lokale media die op deze wijze goedkope invulling van hun pagina’s hebben. De Alkmaarse Courant is daar een heel goed voorbeeld van. Het spaart ruimte uit die anders door een redacteur moet worden gevuld, zeker als er ook nog eens ter illustratie een foto bij wordt geplaatst. Het stellen van vragen is bij de oppositie partijen dus niet veelal bedoelt om helderheid te krijgen over bepaalde zaken, maar een kwestie van goedkope publiciteit. Publiciteit die de burgers geld kost.
Korte lijnen zouden kunnen besparen.
Op grond van de 15 % van de technische vragen van de coalitiepartijen kan je opmaken dat hun lijnen met het College blijkbaar korter zijn en dat ze op een andere wijze hun publiciteit benaderen. Blijkbaar geldt voor hen het resultaat van hun bestuur aan het eind van de rit boven dan het besturen van de oppositie bij de waan van de dag. Gezien het verschil in benadering van de partijen lijkt het erop dat reductie van het aantal vragen niet zomaar valt te verwezenlijken. Misschien dat Langedijk de raadsvergaderingen moet openen met de mogelijkheid tot het stellen van ‘politieke’ vragen, zodat er politiekleven in die vergaderingen komt. De burgers op de tribune kunnen dan in ieder geval kennis maken met de werkelijke opvattingen van de partijen. Veel van die technische vragen hebben vaak al een politieke achtergrond, maar komen wat dat betreft nooit goed naar buiten op de wijze waarop het nu gaat. Het raadswerk is de afgelopen jaren steeds verder van de burger af komen te staan en het wachten is op de eerst komende gemeenteraadsverkiezingen in 2018 voor we werkelijk weer wat horen. Een oplossing voor het terugbrengen van vragen valt niet te geven, dat is eerder op te lossen als fracties zichzelf beter in de hand zouden houden. Rekening houden met het feit dat ze er voor de burgers zitten en met het feit dat Langedijk een GROOT financieel probleem heeft. Ze zouden kunnen beginnen met raadsbreed op de kleintjes te letten. Om met een technische vraag van mijn kant af te sluiten: Waarom niet beginnen met zo’n raadsuitje uit eigen zak te betalen en kijken of via korte lijnen met het College de hoeveelheid technische vragen is terug te brengen?