Laat ik vooropstellen dat het een aardig idee lijkt van pappa Jongenelen, wethouder van Langedijk, om zijn kinderen tijdens de zomervakantie zoet te houden. Dat je daarbij bestaande regels voor de duur van een vakantie buitenwerking stelt dat is voor mij net een stap te ver. Het is wel de meest gemakkelijke weg om voor te kiezen, want met wat moeite had hij ook iets kunnen bedenken dat binnen de regels valt. Nu toont de wethouder van Langedijk in ieder geval dat regels er blijkbaar zijn om te overtreden. Hij laat al die ‘zodiac-huftertjes’, zoals ze in de raad van Langedijk worden genoemd, in ieder geval zien dat ze de regels op het water met een gerust hart met een korreltje zout kunnen nemen. Als de vaders bij een eventuele bekeuring van hun kinderen voor te hard varen het zouden laten voorkomen, kunnen ze in ieder geval aantonen dat de gemeente Langedijk zelf de regels ook aan hun laars lappen.
Recent deed ik mijn beklag bij de Stichting Veldzorg over het feit dat deze stichting aan de huurders regels stelt met betrekking tot het onderhoud van hun gehuurde akkers, maar dat zij zelf die regels niet naleven. Zo constateerde ik op akker nr. 1170 dat er op minder dan een meter van de walkant was gefreesd, er distels bloeiden en er bramenstruiken woekerden. In navolging van onze gemeente hanteert Stichting Veldzorg Oosterdel de regels voor hun zelf ruimer dan dat zij die aan hun huurders stellen. Als beheerder van het gebied hoeven zij blijkbaar, net als onze gemeente, niethet goede voorbeeld te geven.
Ik kreeg onder andere als antwoord;
Naar aanleiding van uw mailtjes even het volgende: De eilanden gelegen rondom uw eiland zijn allen verhuurd. Het eiland nr.1170 noordelijk van uw eiland is een natuureiland en is gisteren door de schouwploeg gecontroleerd. Daarbij zijn geen distels gevonden.
De foto’s die ik van die akker maakte laten toch heel iets anders zien.

Dat de door hen opgestelde regel m.b.t. het op een meter van de walkant fresen bij de huurders wel door is gekomen, maar bij de hardwerkende vrijwilligers van Veldzorg niet laat wel zien dat het daar intern niet helemaal goed met elkaar communiceert;
Uw opmerking over een meter afstand houden is aan iedereen doorgegeven en start dus dit jaar pas op. Dit advies is om te voorkomen dat de kanten stuk gefreesd worden. Nog niet iedereen is hier klaar voor.
Veldzorg blijkt er zelf nog niet klaar voor.
Het klopt idd dat Veldzorg een uitzonderingspositie heeft wat betreft veel regelgeving. Daar zijn wij tenslotte beheerder voor! Mochten wij het nodig achten wijken wij idd af van de normering voor huurders.
Het is net of je wethouder Jongenelen hier hoort spreken.
Zoals u ongetwijfeld weet is Stichting Veldzorg de beheerder van het gebied en werkt uitsluitend met hardwerkende vrijwilligers waar we zeer trots op zijn. Daarvan zijn een aantal specialist in hun vak. Hun kennis en inzet is van onschatbare waarde voor onze stichting en het gebied.
Aan die onschatbare waarde aan inzet en kennis lijkt het niet te liggen dat sommige kennis nog niet tot hen is doorgedrongen.

Wat wel heel erg duidelijk is dat ‘goed’ voorbeeld (gemeente Langedijk) ‘goed’ doet volgen.
Als uitsmijter werd mij het volgende nog ingewreven;
Het zou u sieren uw negatieve kritiek te staken en in plaats daarvan een constructieve bijdrage te leveren.
Het navolgende antwoord leek mij daarop wel gepast;
Geachte heer . . . . . ,
Uit de eerste reactie die ik ontving kreeg ik de indruk dat mijn schrijven door een ‘specialist’ zou worden afgehandeld. Het tegendeel blijkt waar of u rekent zich allen tot ‘specialist’ en dat zou in uw ogen de andere betekenis kunnen zijn van ‘goedwillende amateurs’. Het Oosterdelgebied moet het daar blijkbaar mee doen. Dat uw eigen organisatie nog niet klaar blijkt om een meter afstand te houden met freesen is daar al meteen een goed voorbeeld van.
Op 16 november 2018 schreef uw voorzitter, de heer Arkesteijn, aan tuinder J.C. Vroegop het volgende; Doordat u jarenlang tekort op de oevers van de door u gehuurde eilanden bewerkingen heeft uitgevoerd en bestrijdingsmiddelen heeft gebruikt, zijn de oevers ingestort en weggespoeld. Stichting Veldzorg heeft u diverse malen mondeling en ook enkele malen per e-mail verzocht deze schade te herstellen. U dient de schade die is ontstaan te herstellen . . . ..”. Ondertussen freest Veldzorg tot strak op de rand van de genoemde akker.
U ervaart mijn meldingen als negatief en dat geeft al aan hoe u in deze staat tot het Oosterdelgebied. Als ik werkelijk niets om het gebied zou geven en echt negatief daarover was dan zou ik geen meldingen meer doen. Omdat uw voorzitter twee jaar geleden al aangaf dat er tekort op de kanten van de akkers wordt gefreesd, geeft toch al aan dat het niet iets is dat dit jaar in gang is gezet, maar al langer speelt. Dat dit niet bij de vrijwillige hardwerkende ‘specialisten’ bekend is zegt meer over uzelf en uw interne communicatie dan over mijn in uw ogen negatieve kritiek. Lijkt mij overigens lastig om uw huurders te verplichten een grens van 1 meter te hanteren bij het bewerken van de eilanden en Veldzorg en Oosterheem hiervan af mogen wijken. Lijkt me wel aardig om daar eens een proefproces op los te laten. Dat uw vrijwillig hardwerkende ‘specialisten’ zich niet aan regels hoeven te houden is ook al zo’n punt. Waar overal de maximumsnelheid van 6 kilometer op het water in Langedijk geldt, lijkt dat voor hen niet te tellen in het Oosterdelgebied.
Nogmaals het zou Veldzorg sieren als zij meldingen afhandelen als meldingen en dit niet als negatieve reactie te zien, maar daar is een professionele instelling voor nodig en daar ontbreekt het u als ‘specialist’ blijkbaar aan.
Met verontruste groeten, Martin Wagenaar, (één van de opstellers en redacteur van het beheerplan 2004-2014)
